Zinsdelen, persoonsvorm, onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo
• Leerjaar 1

Zinsdelen

Persoonsvorm

Onderwerp 

Wat leer ik vandaag?

• Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen
• Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden
• Ik kan het onderwerp in een zin vinden

Wat zijn zinsdelen?

Zinnen zijn gemaakt van zinsdelen. Het zijn een soort puzzelstukjes.

Zet de zin in een andere volgorde:

De jongens uit de klas hadden 

bij BeVo een beeld gemaakt van klei.

Noteer twee zinnen met de woorden in een andere volgorde:
Ik had na dat leuke weekend geen zin in school.

Noteer twee zinnen met de woorden in een andere volgorde:

Ik kon geen chocola meer kopen in de pauze.

Hoeveel zinsdelen zie je hier?

Bij mijn oma speel ik altijd spelletjes.

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Bij mijn oma doe ik altijd spelletjes met mijn nichtje.

1. 5
2. 6
3. 7
4. 8

Hoe kun je persoonsvorm dus ook alweer vinden?

Er zijn drie manieren om de persoonsvorm te vinden, welke is NIET juist?

1. Vraagzin maken
2. Tijd veranderen
3. Voorste woord van de zin kiezen
4. Getal veranderen

Wat is een persoonsvorm altijd?

1. Lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Zet deze zin in een andere tijd:
We hebben een taart gemaakt.

Maak een vraagzin van deze zin:
We hebben een taart gemaakt.

De persoonsvorm heeft drie kenmerken.

Wat is in deze zin de persoonsvorm?

1. De persoonsvorm
2. heeft
3. drie
4. kenmerken

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Ik kom vanavond een uurtje later.

1. later
2. kom

Wat is de persoonsvorm van deze zin:

Hebben jullie je huiswerk gemaakt voor vandaag?

1. gemaakt
2. hebben
3. huiswerk
4. vandaag

Het 

onderwerp 

in de zin...

    Wat is dat 

           ook alweer...?

Wat is het onderwerp?
De twee jongens kwamen te laat in de klas.

1. jongens
2. in de klas
3. De twee jongens
4. kwamen

Wat is het onderwerp in deze zin?

De fiets van Kai stond in de schuur van zijn ouders.

Wat is het onderwerp?
Tijdens de les maakt de docent een grapje.

1. Tijdens de les
2. de docent
3. maakt
4. een grapje

Wat is het onderwerp in deze zin?

Gwen wilde graag een briefje geven aan Nina.

Ik kan de pv en het onderwerp vinden.

😒🙁😐🙂😃