Ik lucht mijn hart en zeg alles wat in me op komt
Ik hou me in, slaap er een nachtje over en denk na of de persoon misschien gelijk heeft met zijn kritiek
Ik ga piekeren waarom diegene iets vervelends tegen me heeft gezegd.
Ik geef mijn fouten toe als hij of zij gelijk heeft.
Ik wil weten hoe het komt dat hij of zij zo boos op me is en vraag dat.
Ik zeg dat ik liever later wil reageren als ik er rustig over heb kunnen nadenken.
Ik probeer op een nette manier te zeggen hoe ik over de situatie denk
Ik laat alles over me heen komen, trek me er niets van aan en reageer niet. Het waait wel weer over.
Ik laat alles over me heen komen, want ik weet in dat soort situaties meestal niet wat ik moet zeggen.
Ik laat me niet beledigen en vertel hem of haar eens goed de waarheid.
Ik laat me niet beledigen en geef de persoon een stomp of klap.
Ik reageer nog niet en praat er met een vriend over voor ik met de persoon ga praten. st