H3 Aan de slag 3.3 Wat spreken we af? (deel 1) (Plein M 4e editie)

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom bij economie!

Hoofdstuk 3 Aan de slag

3.3 Wat spreken we af?

Wat gaan we vandaag doen?

• Theorie 3.3 Wat spreken we af? (deel 1)
  
• Zelfstandig aan het werk

3.3 Wat spreken we af? (deel 1)

Lesdoelen:

Aan het einde van de les:

• Kun je uitleggen wat voltijdbanen en deeltijdbanen zijn en wat vaste banen en flexibele banen zijn;
  
• Kun je uitleggen wat het verschil is tussen brutoloon en nettoloon;

Deeltijd of voltijdbaan

Deeltijdbaan (of parttimebaan): dan werk je minder dan 35 uur per week

Voltijdbaan (fulltimebaan): Dan werk je 35 uur of meer per week

Vaste, tijdelijke of flexibele baan

• Als je een vaste baan hebt, dan heb je met je werkgever een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd afgesproken (geen einddatum)

• Heb je wel een einddatum afgesproken, dan heb je een tijdelijke baan.

• Als je alleen werkt op momenten dat je nodig bent,                                                                                           dan heb je een flexibele baan.

       --> Je werkt dan via een uitzendbureau of hebt een oproepcontract.

Wat krijg je op je bankrekening?

Het loon dat je met je werkgever afspreekt, is het brutoloon

Het loon dat je op je bankrekening ontvangt, is het nettoloon

Voorbeeld: Je brutoloon is € 1.950. Daarop wordt € 170 aan belasting en € 94 aan sociale premies ingehouden. Hoeveel is je nettoloon?

• € 1.950 – € 264 = € 1.686
  
• 
  

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 10 op bladzijde 102 t/m 105. Je mag overleggen. 

Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 

Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 

Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Opgave 1 blz 102:

a Lijkt dit jou een leuke bijbaan of vakantiebaan?
Leg je antwoord uit.

Opgave 1 blz 102:

b Denk je dat de bijbaan voor meer of minder dan 35 uur per week is? Leg je antwoord uit

Opgave 1 blz 102:

c Leg uit waarom er in de horeca (hotels, restaurants en cafés) veel bijbaantjes zijn.

Opgave 2 blz 102: Vul in

Met een voltijdbaan werk je minstens ........ uur per week.

Opgave 2 blz 102: Vul in

Een deeltijdbaan noem je ook wel een ........................

Opgave 2 blz 102: Vul in

Een ander woord voor voltijdbaan is een ....................

Opgave 3 blz 103:

Zijn dit voorbeelden van een voltijdbaan of een deeltijdbaan?

Je moeder werkt 24 uur per week in de apotheek.

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan

Opgave 3 blz 103:

Zijn dit voorbeelden van een voltijdbaan of een deeltijdbaan?

De buurman werkt 38 uur per week als vrachtwagenchauffeur.

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan

Opgave 3 blz 103:

Zijn dit voorbeelden van een voltijdbaan of een deeltijdbaan?

Asiz werkt 36 uur per week in het ziekenhuis.

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan

Opgave 3 blz 103:

Zijn dit voorbeelden van een voltijdbaan of een deeltijdbaan?

Amina werkt ieder weekend 10 uur in de supermarkt.

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan

Opgave 4 blz 103:

Maak de juiste combinaties.

Flexibele baan

1. een baan voor onbepaalde tijd
2. een baan tot een afgesproken einddatum
3. een baan waarbij je alleen werkt als het bedrijf je nodig heeft

Opgave 4 blz 103:

Maak de juiste combinaties.

Tijdelijke baan

1. een baan voor onbepaalde tijd
2. een baan tot een afgesproken einddatum
3. een baan waarbij je alleen werkt als het bedrijf je nodig heeft

Opgave 4 blz 103:

Maak de juiste combinaties.

Vaste baan

1. een baan voor onbepaalde tijd
2. een baan tot een afgesproken einddatum
3. een baan waarbij je alleen werkt als het bedrijf je nodig heeft

Opgave 5 blz 103:

a Wat voor soort baan heeft Anne? Kruis het juiste antwoord aan.

1. flexibele baan
2. tijdelijke baan
3. vaste baan

Opgave 5 blz 103:

b Wat voor soort baan heeft Jaap bij het uitzendbureau? Kruis het juiste
antwoord aan.

1. flexibele baan
2. tijdelijke baan
3. vaste baan

Opgave 6 blz 103:

a In welke leeftijdsgroep vind je de meeste mensen met deeltijdbanen?

Opgave 6 blz 103:

b Leg uit waarom zo veel mensen in deze leeftijdsgroep een deeltijdbaan hebben.

Opgave 6 blz 103:

In de leeftijdsgroep 65 – 75 jaar hebben weinig mensen een baan. Hoe komt dit?

Opgave 7 blz 104:

1 In het tuinbouwbedrijf is het werk regelmatig verdeeld over het hele jaar. j

1. juist
2. onjuist

Opgave 7 blz 104:

2 Een tuinbouwbedrijf heeft het liefst alleen personeel in vaste dienst.

1. juist
2. onjuist

Opgave 7 blz 104:

3 Voor het oogsten werken er vooral mensen met een flexibele baan.

1. juist
2. onjuist

Opgave 7 blz 104:

4 Vooral van juli tot september huurt een tuinbouwbedrijf mensen in
via een uitzendbureau.

1. juist
2. onjuist

Opgave 8 blz 104:

Het loon dat in je arbeidsovereenkomst staat, is je ..................

Opgave 8 blz 104:

Van dit loon gaan nog ....................... af.

Opgave 8 blz 104:

Het loon dat je op je bankrekening ontvangt, is je ................

Opgave 9 blz 105:

Bereken de totale inhoudingen en het nettoloon van Bartek.

1. inhoudingen:

Opgave 9 blz 105:

Bereken de totale inhoudingen en het nettoloon van Bartek.

1. nettoloon:

Opgave 10 blz 105:

Vul de ontbrekende bedragen in.

1. brutoloon:

Opgave 10 blz 105:

Vul de ontbrekende bedragen in.

1. brutoloon:

Afsluiting 3.3 (deel 1) 

Lesdoelen:

Nu:

• Kun je uitleggen wat voltijdbanen en deeltijdbanen zijn en wat vaste banen en flexibele banen zijn;√
• Kun je uitleggen wat het verschil is tussen brutoloon en nettoloon;√