1. Sorteer de alinea's zodat je tekst logisch loopt. Denk goed na welke alinea('s) de inleiding, het middenstuk (kern) en het slot vormen en waaraan je dat ziet.
2. Check bij mevrouw Oostra of jullie tekst klopt!
3. Als je tekst klopt, krijg je per persoon de hele tekst + vragen.
4. Maak voor jezelf de vragen die bij de tekst horen. Schrijf de antwoorden op in je schrift.