Paragraaf 6 Nog een rondje boxen

Herhalen
ewf
hypotheekrente
inkomstenbelasting
woz
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalen
ewf
hypotheekrente
inkomstenbelasting
woz

Slide 1 - Slide

Som
Klaas heeft een brutojaarinkomen van € 44.000,-
Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 230.000,- met een rente van 4,5%. Het eigen woningforfait is 0,55%, de verkoopwaarde is € 250.000,- en de woz waarde is € 225.000,--
Giften zijn € 500,--
Bereken haar belastbaarinkomen?

Slide 2 - Slide

jaarinkomen                                                                                                                € 44.000
eigenwoningforfait  ( 225.000 : 100 x 0,55) =                                              €    1.237,50
totaal   € 44.000 + € 1.237,50 =                                                                           € 45.237,50

aftrek hypotheekrente  ( 230.000 : 100 x 4,5 ) =                                        € 10.350
giften                                                                                                                            € 500
totaal  belastbaar inkomen € 45.237,50 - € 10.350 - € 500=               € 34387,50

Slide 3 - Slide

Vennootschapsbelasting



Bv's en Nv's betalen vennootschapsbelasting over hun winst.

Slide 4 - Slide

Box 2
proportioneel belastingtarief=  het belastingtarief blijft gelijk, zowel bij een hoog als laag inkomen

Slide 5 - Slide

Oefenvraag
Vraag: Totale winst is 300.000
Hoeveel vennootschapsbelasting moet het bedrijf betalen over de eerste € 200.000 winst?


Slide 6 - Slide

Antwoord
- Over het bedrag boven de 200.000 euro winst betaal je 25% belasting.
- Hoeveel euro zit het bedrijf erboven?
Verschil tussen 300.000 en 200.000 = 100.000
Betaalt
1.  € 200.000 :100 x 20 = € 40.000
2. € 100.000 : 100 x 25 = € 25.000
totaal € 65.000


Slide 7 - Slide

Progressief belastingtarief 
Progressief tarief: naarmate je meer verdient, wordt het heffingspercentage groter → Dis nivellerend (inkomensverschillen worden naar verhouding kleiner)  

Het schijventarief in box 1 is hier een voorbeeld van.   

Bij een progressief belastingstelsel betaal je dus ook PROCENTUEEL meer belasting bij een hoger inkomen.  

Slide 8 - Slide

Box 3
Belasting over inkomsten uit vermogen, zoals spaargeld en beleggingen. Deze inkomstenbelasting in box noem je ook wel vermogensrendementsheffing.
Bij deze belasting doet de overheid alsof je per jaar verdient aan rente met je spaargeld of winst op je belegging. Dit noem je fictief rendement.

Het eerste deel van je spaargeld is belastingvrij, dit heet heffingsvrij vermogen.

Slide 9 - Slide

Belasting box 3

Slide 10 - Slide

Opdracht 
1 tot met 4

Slide 11 - Slide

Te betalen belasting box 1
Te betalen belasting box 2
Te betalen belasting box 3


Te betalen belasting voor heffingskorting
Heffingskortingen
Verschuldigde inkomstenbelasting
  • Heffingskorting
  • Korting op de verschuldigde inkomstenbelasting.
  • Bijv. algemene heffingskorting, arbeidskorting

Slide 12 - Slide

Opdracht 
5-6-7-8 en 9

Slide 13 - Slide