V3C Tijdvak 9 Eerste Wereldoorlog les 3 & 4 (3.2 Europa in spanning)

1 / 50
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Plattegrond

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Materiaalcheck
  • Opstart herhaling oorzaak & gevolg
  • Aan de slag: oorzaken WO I
  • Afsluiting  

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Telefoon in je zakkie!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Herhaling
5. T1 Leg uit waarom tijdvak 9 (1900-1950) de tijd van wereldoorlogen wordt genoemd.
6. T1 Je kent het overzicht van jaartallen en periodes dat hoort bij deze stof
7. T1 Je kent het verschil tussen oorlog, diplomatieke banden en bondgenootschappen

Nieuw:
8. Je weet wat het het begrip ‘industrialisatie’ en het begrip ‘wapenwedloop’ betekent
9. Je kan uitleggen dat de Industriële Revolutie zorgde voor een jacht (grote vraag) naar grondstoffen en dat Europa daarom gebieden veroverde in Afrika en Azië (modern imperialisme)

Nieuwe theorie 
10. Je kent Leg uit wat het verschil is tussen een dieperliggende oorzaak en een aanleiding (directe oorzaak).


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Industriële Revolutie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

The long road to war









Europese landen zijn ook heel rijk door hun Imperialisme
Oude adel, rijkste burgers
Middenklasse
Arbeiders
Rijke burgerij (maar niet de allerrijksten) 
In de klassenmaatschappij  wordt je sociale positie bepaald door: inkomen en afkomst

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Instructie: Historische vaardigheden 
-Bronnen (primair-, secundair-, geschreven-, ongeschreven-)
-Oorzaak-gevolg relaties
-Betrouwbaarheid van bronnen
-Beeldanalyse
-Chronologie (volgorde)
-Continuïteit en discontinuïteit (verandering en hetzelfde)
-Standplaatsgebondenheid
-Eigen standpunt + toelichting

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Theorie oorzaken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Theorie oorzaken
Voor de Eerste Wereldoorlog zijn veel verschillende oorzaken te benoemen. 
Mensen bepalen achteraf, dus na iets is gebeurd, wat nu de oorzaken zijn voor het plaatsvinden van een gebeurtenis, ontwikkeling of proces.
Dat betekent het volgende:
- Elke gebeurtenis heeft meerdere oorzaken.
-Wij maken onderscheid tussen directe en indirecte oorzaken.
-Om oorzaken nog beter te categoriseren delen wij ze vaak in op dimensies (politiek, sociaal, economisch, cultureel/religieus)
Oorzaken zijn afhankelijk van je interpretatie en standplaats: sommige mensen/groepen hebben een andere interpretatie van een gebeurtenis/proces --> dan zijn er ook andere oorzaken
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Toont deze bron een oorzaak of gevolg van de Eerste Wereldoorlog?  

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Verzin 5 eigenschappen die een leider van een land NIET moet hebben 

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Willem II
Keizer (dus niet-democratisch) Duits Keizerrijk 
Arrogant
Niet al te intelligent
Last van woedeaanvallen
Compenseerde een geboortedefect met overdreven militarisme (= alles wat met leger te maken heeft geweldig vinden) 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

1850-1914

Slide 24 - Slide

Laat zien dat Afrika verdeeld werd onder de Europese landen. Grondstoffen werden hier massaal vandaan gehaald.
Begrip modern imperialisme: Periode in de tweede helft van de 19e eeuw waarin een aantal West-Europese landen door het veroveren van kolonies in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal wereldrijk (imperium) opbouwden.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wilhelm vindt dat hij te weinig koloniën bezit

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Definitie Nationalisme
  1. politieke idee dat een staat/land voortkomt uit 1 volk met een culturele eenheid.
  2. Staat ook bekend als de wens van mensen om 1 land te hebben.
  3. Staat ook bekend als (overdreven) trots op je land: ‘Wij zijn de beste en dat moeten ze overal weten’


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

DU: 90% van de
bevolking is Duits.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
Oostenrijk-Hongarije (1),
Russische Keizerrijk (2),
Ottomaanse Rijk (3)
= veelvolkerenstaten.
DU: 90% van de
bevolking is Duits.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
Oostenrijk-Hongarije (1),
Russische Keizerrijk (2).
Hebben ruzie over dit gebied.

In 1914 beschermen de Russen dit land.
4
5
Servië (4)
Servië wil Bosnië (5)
Maar dat is bezet door OH.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

1
2
3
Oostenrijk-Hongarije (1) is vrienden met DU en IT. 
4
5
RU is vrienden met VK, FR en Servië.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

DU ziet risico's
Reden: angst voor een tweefrontenoorlog
> Risico bij gelijktijdige aanval van Frankrijk en Rusland
Clemenceau
Was president van Frankrijk tussen 1906-1909 en tussen 1917-1920. Hij is vooral bekend door de krachtige houding aan het einde van de Eerste Wereldoorlog en de onderhandelingen die leidden tot het Verdrag van Versailles.
Keizer Wilhelm II
Was keizer van DU tot 1918. 
Tsaar Nicolaas II
Was keizer (tsaar) van RU tot de oktober revolutie in 1917. Werd daarna met zijn volledige gezin geëxicuteerd. 

Slide 37 - Slide

Clemenseau
Keizer Wilhelm II
Keizer Nicolaas II
De moord op Franz Ferdinand (opvolger troon O-H) leidt tot oorlog en elk Europees land (en koloniën) doen mee door bondgenootschappen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Aanleiding

Gavrilo Princip vermoordt Franz-Ferdinand








De kroonprins van Oostenrijk-Hongarije bracht op 28 juni 1914 een bezoek aan de Bosnische stad Sarajevo. Daar wordt hij vermoord
door de Bende van de Zwarte Hand.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Das Von Schlieffenplan
   
  • Duitsland was ingesloten tussen twee vijanden: Frankrijk en Rusland
  • Om een tweefrontenoorlog te voorkomen wilden de Duitsers met dit plan eerst snel Frankrijk uitschakelen, om daarna Rusland te kunnen verslaan
  • Één probleem, België is neutraal.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions






Von Schlieffenplan

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

maken
Opdracht oorzaken invullen WO 1
Koppel de broninhoud aan de juiste oorzaak in het invulschema
Klaar? maak de topo vragen bij paragraaf 3.2 op je topoblad

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

1850-1914
Imperialisme: het willen hebben van een wereldrijk (gebieden veroveren)
Modern Imperialisme: (1850-1914) Het veroveren van gebieden door Europese landen om grondstoffen voor industrie te halen en producten uit Europese fabrieken te verkopen 

Slide 43 - Slide

Verklaar dat door de ontwikkeling van de wapentechnologie en industrialisatie, nieuwe/meer grondstoffen nodig waren. Hiervoor keken Europese landen naar de koloniën (en overige niet overheerste gebieden).

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Was dit lastig/makkelijk? Waarom?

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
- Bron 
- Primair/secundair
- Betrouwbaarheid 
- periode
- tijdvak
- eeuw
- topografie

Slide 48 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 49 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 50 - Open question

This item has no instructions