This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
AK8 nabeschouwing 2b
verwering-erosie-sedimentatie
Slide 1 - Slide
Welke vorm van verwering zie je?
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering
Slide 2 - Quiz
Welke vorm van verwering zie je?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
Slide 3 - Quiz
Welke vorm van verwering zie je?
A
Vorstverwering
B
Verwering door plantenwortels
C
Verwering door temperatuurverschil
Slide 4 - Quiz
Kalksteen lost op door zure regen. Dit noemen we
A
Chemische verwering
B
Biologische verwering
C
Mechanische verwering
D
Vorstverwering
Slide 5 - Quiz
Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Chemische verwering
Slide 6 - Quiz
Wat zie je?
A
Winderosie
B
Watererosie
C
IJs-erosie
D
Chemische verwering
Slide 7 - Quiz
Welke begrippen passen bij deze foto?
A
benedenloop - delta - sedimentatie
B
benedenloop - delta - erosie
C
benedenloop - verwering - erosie
D
benedenloop - puinwaaier - sedimentatie
Slide 8 - Quiz
Bekijk hiernaast een plaatje van een dwarsdoorsnede van een rivier. Welk proces vindt vooral bij cijfer 3 plaats?
A
Erosie
B
Sedimentatie
C
Erosie en sedimentatie
Slide 9 - Quiz
Waar is de meeste erosie?
A
Bovenloop
B
Benedenloop
C
Middenloop
Slide 10 - Quiz
De stenen op de afbeelding zijn rond door ...
A
1. Verwering
B
2. Erosie
C
3. Sedimentatie
Slide 11 - Quiz
Wat is erosie?
A
Het omvallen van bomen.
B
Het uitschuren van rivierbodems door gesteente.
C
Het uitschuren van bergen door gletsjers.
D
Het kleiner worden van bergen.
Slide 12 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 13 - Drag question
Grof en hoekig
klein en rond
Slide 14 - Drag question
Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken
Slide 15 - Drag question
Erosie
Erosie
Erosie
Sedimentatie
Sedimentatie
Sedimentatie
Slide 16 - Drag question
Wat hoort waar?
Gletsjers
Rivieren
Wind
Zee
Glaciaal sediment
Fluviatiel sediment
Eolisch sediment
Marien sediment
Slide 17 - Drag question
Wat wordt waar afgezet door de rivier?
Klei
Zand
Slide 18 - Drag question
Waarom is de bodem bij rivieren zo vruchtbaar?
Slide 19 - Open question
Wat kan een gletsjer allemaal vervoeren?
A
Vooral klei
B
Vooral zand
C
Vooral grote stenen
D
Alles
Slide 20 - Quiz
Juist of onjuist? Hooggebergten ontstaan door het naar elkaar toe bewegen van platen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quiz
Juist of onjuist? Oude gebergten hebben flauwe helling en ondiepe dalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Sleep de begrippen naar het juiste deel van de rivier.
Bovenloop
Sedimentatie
Benedenloop
Erosie
Slide 23 - Drag question
Welk dal is door een gletsjer gevormd?
A
B
C
D
Slide 24 - Quiz
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
Stroomopwaarts
Zacht gesteente
Hard gesteente
Stroomafwaarts
Slide 25 - Drag question
De bovenloop van de Rijn ligt vooral in ............... en de ...................
De middenloop van de Rijn ligt in ......................... daar gaat de Rijn al ......................
De benedenloop van de Rijn ligt in het ...................... van
..................... Daar gaat de Rijn zich ..................... en mondt uit als .................. in de Noordzee.
Antwoorden:
vertakken
Zwitserland
Nederland
Duitsland
laagland
meanderen
Alpen
Delta
Slide 26 - Drag question
Oude rivierbocht
Sedimentatie
Lagere stroomsnelheid
Erosie
Buitenbocht
Slide 27 - Drag question
Zet 1 t/m 3 onder elkaar. Noteer bij elke omschrijving het juiste begrip dat erbij hoort. 1. Kracht die vanaf buitenaf de aardkorst komt. 2. Een verzameling van overjarige sneeuw hoog in de bergen. 3. Grens tussen twee stroomgebieden
Slide 28 - Open question
Sleep de woorden naar de afbeelding waarbij zij horen.
temperatuur
wind
Erosie
verwering
Slide 29 - Drag question
Wat past er niet op de puntjes: De Alpen is/zijn een .........
A
jong gebergte
B
aantal schollen bij elkaar
C
plooiingsgebergte
D
hooggebergte
Slide 30 - Quiz
Beantwoord vraag 1 en 2. Bekijk de foto. 1. Wat is de naam van zo'n soort bocht in een rivier? 2. Stel de rivier breekt door bij de rode pijl, wat ontstaat er dan?
Slide 31 - Open question
Sleep de woorden naar de afbeelding waarbij zij horen.