§12.1 Het inwendige milieu

§12.1 Het inwendige milieu
Homeostase


1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§12.1 Het inwendige milieu
Homeostase


Slide 1 - Slide

Wat wordt niet verstaan onder extracellulaire vloeistof?
A
cytoplasma
B
bloed
C
weefselvloeistof
D
lymfe

Slide 2 - Quiz

wat hoort bij het inwendige milieu?
A
lymfe
B
long inhoud
C
urine
D
maaginhoud

Slide 3 - Quiz

uitwendig, extern milieu
inwendig, intern milieu

Slide 4 - Slide

homeostase
Het constant houden van een dynamisch evenwicht
=>  constante toestand van het inwendige (interne) milieu van het dier.

Geen homeostase = RIP
bv Temp, pH, glucose, O2, water, afvoer afvalproducten, bloedeiwitten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

regelkring
 
sensor / receptor: meet hoe het er voor staat (prikkel)
 - via zenuw naar
in controle centrum/regelcentrum: check of het nog binnen de norm is
effector: komt in actie als de norm niet meer klopt
Veel regelcentra liggen in de hypothalamus

Slide 7 - Slide

regelkring
sensor(receptor), regelcentrum, norm, effector

negatieve terugkoppeling
(te hoog => naar beneden, te laag => omhoog)
norm

Slide 8 - Slide

Bij negatieve terugkoppeling is het effect het tegenovergestelde van de afwijking.

Slide 9 - Slide

in de aorta

Waarom spreek je in beide gevallen van negatieve terugkop-peling?
Wat zijn de receptoren, het regelcentrum, de norm, de effectoren?

Slide 10 - Slide

BINAS
87 B

Waar liggen de recep-toren?

Slide 11 - Slide

koorts
De norm in de hypothalamus is niet 37oC maar hoger (bv 40oC)
=> je voelt je koud, rillen, warmte opzoeken
Infectie, witte bloedcellen, die produceren stoffen die dit veroorzaken (norm)
hoge temp => betere afweer tegen de infectie



Slide 12 - Slide

vragen?

Slide 13 - Slide