Of iets 'goed' of 'juist' is of niet, bepaalt Aristoteles aan de hand van het 'doel' van een ding. Bv: een mes dat niet snijdt is een slecht mes. Het doel van de mens is gelukzaligheid, goed leven of floreren (eudaimonia). Dit bereikt de mens al oefenend, met behulp van redelijkheid, deugden en praktische wijsheid (phronesis).
Deugd: een handeling die het midden houdt tussen twee uitersten. Vraagt veel oefening. Deugdzaamheid wordt beoordeeld in relatie tot de situatie.
Moeilijker gezegd: "Deugden zijn stabiele neigingen (disposities) en combinaties van neigingen om in bepaalde omstandigheden bijvoorbeeld bepaalde dingen op te merken, te verwachten, te willen en te doen, en je daar ook nog op een bepaalde manier bij te voelen."