4B - Les 5 en 6 - Sociale ongelijkheid en gelijke kansen (deel 1)

Sociale ongelijkheid en 
sociale mobiliteit
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Sociale ongelijkheid en 
sociale mobiliteit

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen hoe een maatschappelijke positie tot stand komt
* Je kunt uitleggen wat sociale ongelijkheid is
* Je kunt uitleggen hoe iemand kan veranderen van maatschappelijke positie
2 min.
Instructie + aan de slag
* Sociale ongelijkheid: spel
* Sociale ongelijkheid: uitleg
* Sociale ongelijkheid: video
* Zelfstandig werken
* Sociale mobiliteit

20 min.

10 min.
15 min.

20 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

10 min.
Verdiept
* Kader  P5, 2, 3, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ
*
Basis
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ
*
Intensief
* Kader: P5, 2, 3
* Kader: P5, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ

Slide 2 - Slide

Spel
  • Je krijgt een kaartje. Leef je in in die persoon
  • We gaan naar de gang. We gaan allemaal op een rij staan met je rug tegen de kluisjes
  • Ik stel een vraag. Als je die vraag met ja kunt beantwoorden, zet je een stapje naar voren.
  • Dat doen we tot alle vragen zijn gesteld

Slide 3 - Slide

Begrippen
  • Sociale ongelijkheid = als mensen ongelijke kansen hebben door verschil in geld, kennis of kansen 
  • Maatschappelijke positie = plek die je inneemt in de samenleving, op basis van je inkomen, opleiding en/of beroep.
  • Kansarm = Minder kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie.
  • Kansrijk = Minder kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie

Slide 4 - Slide

Video
https://www.demorgen.be/redactie/2023/dekloof/

Slide 5 - Slide

Als ouders niet in Europa geboren zijn, dan zijn kinderen vaak
A
Kansrijk
B
Kansarm

Slide 6 - Quiz

Als beide ouders een goede baan hebben, dan zijn hun kinderen vaak
A
Kansrijk
B
Kansarm

Slide 7 - Quiz

Als je vanuit de overheid een uitkering krijgt, dan ben je
A
Kansrijker
B
Kansarmer

Slide 8 - Quiz

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen hoe een maatschappelijke positie tot stand komt
* Je kunt uitleggen wat sociale ongelijkheid is
*
2 min.
Instructie + aan de slag
* Sociale ongelijkheid: spel
* Sociale ongelijkheid: uitleg
* Sociale ongelijkheid: video

20 min.

10 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
*
*
Basis
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
*
*
Intensief
* Kader: P5, 2, 3
* Kader: 9 en Test J

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Melissima en haar moeder krijgen hulp van anderen. Welke twee soorten hulp krijgen ze?

Slide 11 - Open question

Kun je nog een andere manier bedenken waarop iemand Melissima en haar moeder zou kunnen helpen?

Slide 12 - Open question

Denk je dat het voor Melissima mogelijk is om later miljonair te worden? Leg uit.

Slide 13 - Open question

Opdracht maatschappelijke ladder
Schrijf de volgende beroepen op de juiste plek op de ladder:
  • Vakkenvuller
  • Boer
  • Rechter
  • Burgemeester
  • Profvoetballer
  • Leraar
  • Brandweerman
  • Treinmachinist

Slide 14 - Slide

Opdracht maatschappelijke ladder
Schrijf de volgende beroepen op de juiste plek naar de ladder:
  • Beroep
  • Talent
  • Doorzettingsvermogen
  • Geld
  • Aanzien
  • Diploma
  • Hard werken

Slide 15 - Slide

Begrippen
  • Sociale mobiliteit = Het veranderen van maatschappelijke positie, bijvoorbeeld door een verandering van inkomen, opleiding, beroep of functie.
  • Dit kan door: je best doen en voor jezelf opkomen, elkaar helpen, hulp van de overheid

Slide 16 - Slide

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen hoe een maatschappelijke positie tot stand komt
* Je kunt uitleggen wat sociale ongelijkheid is
* Je kunt uitleggen hoe iemand kan veranderen van maatschappelijke positie
2 min.
Instructie + aan de slag
* Sociale ongelijkheid: spel
* Sociale ongelijkheid: uitleg
* Sociale ongelijkheid: video
* Zelfstandig werken
* Sociale mobiliteit

20 min.

10 min.
15 min.

20 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

10 min.
Verdiept
* Kader  P5, 2, 3, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ
*
Basis
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ
*
Intensief
* Kader: P5, 2, 3
* Kader: P5, 9 en Test J
* Kader: P6, opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ

Slide 17 - Slide

Met sociale ongelijkheid bedoelen we:
A
Mensen verschillen van elkaar door geld, kennis en kansen.
B
Mensen verschillen van elkaar door opleiding en beroep.
C
De maatschappelijke positie die je hebt.
D
Mensen verschillen van elkaar door afkomst en uiterlijk.

Slide 18 - Quiz

Een maatschappelijke positie ontstaat door:
A
Opleiding, uiterlijk en beroep.
B
Opleiding, beroep en inkomen.
C
Inkomen, opleiding en je sport.
D
Je socialisatie, functie en levensstijl.

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van kansrijk zijn?
A
Regelmatig op vakantie te gaan.
B
Na het behalen van de middelbare school ga je werken.
C
Je hebt een fijne thuissituatie, je ouders stimuleren je om verder te komen.
D
Vanwege je uiterlijk word je niet aangenomen voor je droombaan.

Slide 20 - Quiz

Wanneer je niet makkelijk je maatschappelijke positie kunt veranderen, noemen we dat:
A
Sociale ongelijkheid.
B
Kansarm.
C
Discriminatie.
D
Kansrijk.

Slide 21 - Quiz

Hoe kun je van maatschappelijke positie veranderen?
A
Zo ongezond mogelijk te leven.
B
Door promotie te krijgen binnen het bedrijf waar je werkt.
C
In plaats van studeren direct te gaan werken.
D
Geen geld meer uit te geven in de hoop zo rijk te worden.

Slide 22 - Quiz

Hoe kun je veranderen van maatschappelijke positie?
A
Alle antwoorden zijn goed.
B
Met steun van de overheid.
C
Voor jezelf opkomen.
D
Hulp inschakelen van vrienden en familie.

Slide 23 - Quiz

Het veranderen van maatschappelijke positie noemen we?
A
Kansrijk.
B
Sociale mobiliteit.
C
Kansarm.
D
Sociale ongelijkheid.

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
* Hoofdstuk socialisatie, Paragraaf 5, Sociale ongelijkheid:       
   Opdracht 2, 3, 9 en Test J

* Hoofdstuk socialisatie, Paragraaf 6 Gelijke Kansen:
   Opdracht 3, 4, 5, 6 + TJ

Slide 25 - Slide