Unit 3 grammatica klas 1C; meervoud en aanwijzende voornaamwoorden

Engels: meervoud en aanwijzende voornaamwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Engels: meervoud en aanwijzende voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Kies hier de juiste meervoudsvorm van: Car
A
carres
B
cares
C
cars
D
carrs

Slide 2 - Quiz

Kies hier de juiste meervoudsvorm van: Bus
A
busses
B
buss
C
bussies
D
buses

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm van: Party
A
partys
B
partyes
C
parties
D
partiees

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste meervoudsvorm van: Elf
A
elfen
B
elfes
C
elfies
D
elves

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Wat weet jij nog van aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 7 - Slide

Engelse aanwijzende
voornaamwoorden (4)

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruik je "this"?

Slide 10 - Open question

Wanneer gebruik je "that"?

Slide 11 - Open question

Wanneer gebruik je "these"?

Slide 12 - Open question

Wanneer gebruik je "those"?

Slide 13 - Open question

Wat ga je nu doen? 
Wat? *Maak van Unit 3 lesson 2: opdracht 7, 8 en 12.
Hoe? * Online omgeving van allright. Zijn ze al gemaakt en/of rood afegrond, dan wordt het gereset en maak je het opnieuw.
Klaar? * Maak woordentrainer, test jezelf, versterk jezelf van 3.2 en 3.3

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor volgende les!
1. Opdrachten 7, 8 en 12 heb je af en met groen of oranje afgerond!
2. Leer de woordjes en zinnetjes van 3.2 en 3.3, je leert ook de grammatica van 3.2.

Slide 15 - Slide