ATH Les 2 & 3 MFA

Les 2 & 3 MFA
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 2 & 3 MFA

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

- Terugblik vorige les
- Nieuwe theorie (schedel/extr. bloed.)
- Praktijk
- Quiz


Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
Waar staan de letters 'STOP' voor?
Hoe kan je 'STOP' laten zien?
Ben je verplicht hulp te verlenen?
Welke twee woorden staan er aan het begin van de 1e ZC?
Waarom staan die daar?
Hoe doe je de stabiele zijligging? Wat is belangrijk?

Slide 3 - Slide

Nieuwe theorie
- Schedelbasisfractuur (blz. 206)
- Barst - lichtste vorm
- Door oogkas? Blauwe ogen - blind
- Door neusholte? Hersenvocht - ontsteking vlies - operatie
- Ook reukverlies door neusholte
- Doof 
- Niets aan te doen, behalve als er vocht lekt 

Slide 4 - Slide

Schedelbasisfractuur
Is te zien op een CT-scan.

Hoe zouden jullie hiermee te maken kunnen krijgen?
Wat doe je?
- Vitale functies checken
- Infectie voorkomen
- Profi hulp

Slide 5 - Slide

Ander schedelletsel
- Inklemming (bloeding, oedeem) -> schedel niet uitzetten, drukverhoging? = omlaag hersenen. Hersenstam reguleert vitale functies (ademhaling/hartslag).

- Hersenschudding, hersenkneuzing.

Slide 6 - Slide

Wat zie je?
Slaperigheid
Verwardheid
Wegzakken in coma
Stijging bloeddruk
Verlaging polsslag

Slide 7 - Slide

Extreme bloedingen (blz. 25)

Eigen veiligheid!
Omgeving?

Slide 8 - Slide

Tourniquet of wound packing?
Wanneer plaats je een tourniquet?

Wanneer wound packing?

Bloeding gestopt en dan?

Slide 9 - Slide

Traumazwachtel
'met drukklem'
Voor gerichte druk op de wond.
Vooral buik- en borstverwondingen, maar ook hoofd.

Slide 10 - Slide

Praktijk tourniquet
Tourniquet blz. 30 t/m 33.

Maak  2-tallen en oefen eerst op jezelf, daarna pas op de ander. Lees goed de tekst.

Hoeveel x aandraaien?

Slide 11 - Slide

Praktijk traumazwachtel

Voorbeeld, dan op elkaar (blz. 40/41).


Slide 12 - Slide

Bij een inklemming van de hersenen:

A
Is de druk dusdanig hoog dat de hersenen naar beneden worden geduwd
B
Is de druk dusdanig laag dat de hersenen vrij rond bewegen binnen de schedel
C
Is de druk dusdanig hoog dat de hersenen naar boven worden gedrukt
D
Is de druk dusdanig laag dat de hersenen naar beneden worden gedrukt

Slide 13 - Quiz

Wat doe je als iemand een schedelbasisfractuur heeft?
A
Professionele hulp inschakelen
B
Overleggen met jouw collega
C
Je kan niets doen
D
Vitale functies bewaken, infecties voorkomen en professionele hulp inschakelen

Slide 14 - Quiz

Waarom dek je een open wond af?
A
Om te voorkomen dat er bloed uitstroomt
B
Om te voorkomen dat er lichaamsvocht uitloopt
C
Om te voorkomen dat er infecties ontstaan
D
Om te voorkomen dat iemand eraan gaat zitten

Slide 15 - Quiz

Met wat dek je een open (extreme) wond af?
A
Niets, je laat het drogen in de open lucht
B
Met een poepluier
C
Je zet de tourniquet er overheen

Slide 16 - Quiz

Waar plaats je een tourniquet?
A
3 vingers boven de wond
B
5 vingers boven de wond
C
2 vingers boven de wond
D
4 vingers boven de wond

Slide 17 - Quiz

Waarom noteer je de tijd op een tourniquet?
A
Zodat men weet wanneer de tourniquet af moet
B
Zodat men weet hoe laat het is
C
Zodat men weet op welk tijdstip verband moet worden aangebracht

Slide 18 - Quiz

Een tourniquet plaats je alleen...
A
Om buik en hals
B
Om alle lichaamsdelen
C
Om de ledematen

Slide 19 - Quiz

Volgende les
- Reanimatie volwassenen
- Reanimatie kinderen/drenkelingen

Tot volgende keer!

Slide 20 - Slide