Instructies begrijpen

Instructies begrijpen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Instructies begrijpen

Slide 1 - Slide

Waaraan denk jij bij het woord "instructie"?
Instructie

Slide 2 - Mind map

Een instructie is een aanwijzing over wat je moet doen of hoe je iets moet doen.
Voorbeeld:

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe herken je een instructie?
1. Een instructie zegt wat je moet doen.
   
2. Zo’n zin begint steeds met een 
werkwoord (= doewoord = rood woord) 

3. en eindigt met een punt.

Slide 6 - Slide

Welke zin is een instructie?
A
Mag ik naar toilet?
B
Schrijf de datum op het bord.
C
Vertel iets over jouw weekend.
D
Haar naam is Louise.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is een instructie?
A
Ik zwem naar de overkant.
B
Loop 5 toertjes rond de turnzaal.
C
Wandelen is gezond.
D
Sport jij graag?

Slide 8 - Quiz

Welke zinnen zijn een instructie?
A
Vul je agenda in.
B
Speel jij graag een spel?
C
Gamen is leuk.
D
De titel staat bovenaan.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is geen instructie?
A
Reken de sommen uit.
B
Ga in de stilte in de rij staan.
C
Leg een hamer en spijkers klaar.
D
Begrijp je de oefening?

Slide 10 - Quiz

Werkwoorden
Hierna volgen voorbeelden van werkwoorden die op school vaak gebruikt worden in een instructie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Omcirkel
Onderlijn
Schrijf op
Verbind
Kleur
Kruis aan
Vul in
Doorstreep
Kleur het bolletje

Slide 15 - Drag question

Kleur
Sorteer
Teken
Luister
Lees
Rangschik
Denk na
Markeer

Slide 16 - Drag question

Typ hieronder eeninstructie
die bij deze picto past?

Slide 17 - Open question

Typ hieronder een instructie
die bij deze picto past.

Slide 18 - Open question

Typ hieronder een instructie
die bij deze picto past.

Slide 19 - Open question

Typ hieronder een instructie
die bij deze picto past.

Slide 20 - Open question

Typ hieronder een instructie
die bij deze picto past.

Slide 21 - Open question