What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 1 14-11 1D
Le ________________________
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quiz
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le ________________________
Slide 1 - Slide
Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Prononciation
apprendre 6
3. Grammaire II uitleg
4. Zelfstandig werken:
16A t/m E
5a. Apprendre 6 oefenen +
quizlet live
5b. Doelen van de les behaald?
Slide 2 - Slide
1. Les buts du cours
Kennis
:
-Je kan
aimer, adorer, préférer
en
détester
vertalen.
-Je kan deze
4 ER-
werkwoorden vervoegen
en de
juiste lidwoorden gebruiken. (le, la, l', les)
-Je hebt de woordjes van
apprendre 6 geoefend.
Slide 3 - Slide
2. Prononciation
Prends ton livre à la
page 108
, lis à voix haute
apprendre 6
avec la prof.
Slide 4 - Slide
3. Grammaire II: uitleg
Aimer:
Houden van
Adorer:
Dol op zijn
Préférer:
Liever hebben
Détester:
Een hekel hebben aan
Als je een van deze 4 werkwoorden gebruikt, dan moet je altijd
le, la, l' of les
gebruiken.
Bijvoorbeeld:
J'aime la pizza
Slide 5 - Slide
4. Zelfstandig werken
Maak de opdrachten van vorige les af.
Exercices
16
A tot en met E page 96-97.
Slide 6 - Slide
5. Kahoot: Grammaire II
Va sur
Kahoot.it
et participe au quiz!
https://create.kahoot.it/details/67f0cfa8-1319-45c5-97f8-88cae649a84a
Slide 7 - Slide
6. Quizlet: apprendre 6 p. 108
Prends ton téléphone et va sur Kahoot.it
Utilise ton vrai prénom!
Bonne chance! :)
Slide 8 - Slide
Les buts du cours
Kennis
:
-Je kan
aimer, adorer, préférer
en
détester
vertalen.
-Je kan deze
4 ER-
werkwoorden vervoegen
en de
juiste lidwoorden gebruiken. (le, la, l', les)
-Je hebt de woordjes van
apprendre 6 geoefend.
Slide 9 - Slide
5a. Heb je de doelen van de les behaald?
Oui!
Presque! (bijna)
Non!
Slide 10 - Poll
2b. Grammaire I
-De ER- werkwoorden zijn werkwoorden die eindigen op ER.
Bijvoorbeeld:
regarder, écouter, aimer, manger...
-Alle regelmatige ER-werkwoorden bestaan uit een stam (infinitief min -ER) + uitgang.
Bijvoorbeeld:
Danser - er = dans+ uitgang...
Slide 11 - Slide
2c. Grammaire I: Danser
Haal eerst -ER van het werkwoord.
Danser: dans
(dit is de stam)
Je dans
e
Ik dans
Tu dans
es
Jij danst
Il/ elle/ on dans
e
Hij/ zij/ men danst of wij dansen
Nous dans
ons
Wij dansen
Vous dans
ez
Jullie dansen/ u danst
Ils/ elles dans
ent
Zij dansen (m/v)
Slide 12 - Slide
More lessons like this
Les 1 14-11 1D
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 16-11 1D
November 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 16-11 1A/B
November 2022
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 16-11 1A/B
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 16-11 1D
August 2024
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 23-11 1A/B
August 2024
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 23-11 1A/B
November 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Les 2 17-11 1D
November 2023
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1