ENGELS - Theme 5 - GRAMMAR 11 en 12 - Oefenles voor de toets

Hoihoi!
Bekijk eerst de TWEE instructievideo's in TEAMS, voordat je begint met deze les.
SUCCES!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoihoi!
Bekijk eerst de TWEE instructievideo's in TEAMS, voordat je begint met deze les.
SUCCES!

Slide 1 - Slide

GRAMMAR 11 
Vragen maken met HAVE GOT en HAVE

Slide 2 - Slide

Maak een vraag van deze zin:
She has got a small couch.

Slide 3 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Peter has a messy room.

Slide 4 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
His parents have got a big house.

Slide 5 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
They have got a beautiful garden.

Slide 6 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Fluffy has a big cage.

Slide 7 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Tom has a black chair.

Slide 8 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
I have a bigger room.

Slide 9 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
We have got a bunk bed.

Slide 10 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
They have a summer house.

Slide 11 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
You have got a nice bike.

Slide 12 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
They have got a nice garden.

Slide 13 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Sarah has got the biggest room in the house.

Slide 14 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
His parents haver got a new car.

Slide 15 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
My sister and her husband have a lot of books.

Slide 16 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Tim has a big bed.

Slide 17 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Peter and Rudy have got a new computer game.

Slide 18 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
The house has a swimming pool.

Slide 19 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
You have a nice house.

Slide 20 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
Anna has got a new boyfriend.

Slide 21 - Open question

Maak een vraag van deze zin:
He has a brown dog.

Slide 22 - Open question

GRAMMAR 12
DUURVORM

Slide 23 - Slide

Vul de juiste vorm in...
I _______ training for a match.
A
am
B
are
C
is

Slide 24 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
You _______ reading a book.
A
am
B
are
C
is

Slide 25 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
We _______ watching a film.
A
am
B
are
C
is

Slide 26 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
Tom _______ playing a game.
A
am
B
are
C
is

Slide 27 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
It _______ raining today.
A
am
B
are
C
is

Slide 28 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
They _______ eating hamburgers.
A
am
B
are
C
is

Slide 29 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
My mum _______ baking an apple pie.
A
am
B
are
C
is

Slide 30 - Quiz

Vul de juiste vorm in...
You _______ feeding the animals.
A
am
B
are
C
is

Slide 31 - Quiz

Maak de juiste zin met de duurvorm.
My grandparents ______________ the kitchen door. (paint)

Slide 32 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
Kim _____________ a song. (rap)

Slide 33 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
I ____________ tonight. (sleep)

Slide 34 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
Josh ___________ for a test. (study)

Slide 35 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
You ______________ the dishes. (do)

Slide 36 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
I ______________ a book. (read)

Slide 37 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
They ______________ in a band. (sing)

Slide 38 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
He ___________ a hamburger. (eat)

Slide 39 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
Sophie ______________ hockey. (play)

Slide 40 - Open question

Maak de juiste zin met de duurvorm.
Dad ______________ the lawn. (mow)

Slide 41 - Open question

FINISHED!
Je bent klaar met de oefenles. Succes met leren voor de toets!

Slide 42 - Slide