Waarom beperkt de akkerbouw zich tot het zuiden van Rusland?
A
Door mineralen uit de oerbank is de grond daar vruchtbaar
B
De grond is daar vruchtbaar door de zwarte aarde
C
De grond is daar vruchtbaar door plantenresten in de podzolbodem
D
De boeren wilden niet in het noorden gaan wonen omdat ze het daar te koud hadden
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and 1 video.
Items in this lesson
Waarom beperkt de akkerbouw zich tot het zuiden van Rusland?
A
Door mineralen uit de oerbank is de grond daar vruchtbaar
B
De grond is daar vruchtbaar door de zwarte aarde
C
De grond is daar vruchtbaar door plantenresten in de podzolbodem
D
De boeren wilden niet in het noorden gaan wonen omdat ze het daar te koud hadden
Slide 1 - Quiz
Stelling: Rusland heeft een warme zomer door de invloed van de warme golfstromen op de Atlantische en Stille Oceaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Permafrost vind je in Rusland vooral in het
A
Noordwesten
B
Noordoosten
C
Zuidwesten
D
Zuidoosten
Slide 3 - Quiz
Let het verband uit tussen permafrost en rasputitsa.
Slide 4 - Open question
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: "Persoon met grote economische macht en daardoor politieke invloed. Maakt dele uit van een kleine elite die de macht in handen heeft".
A
Oligarch
B
Matroesjka
C
Kapitalist
D
Communist
Slide 5 - Quiz
Westen
Oosten
Kapitalisme
Communisme
Planeconomie
Vrijemarkteconomie
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Slide 6 - Drag question
Wat is een planeconomie ?
A
De overheid bepaald de productie via 5 jarenplannen.
B
De overheid laat de productie over aan de markt.
C
De bedrijven mogen zelf hun productie bepalen.
D
De bedrijven spreken onderling de productie af.
Slide 7 - Quiz
Wat is een vrijemarkteconomie?
A
Economie waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en waarin de overheid geen rol speelt
B
Economie waarin er meer wordt geproduceerd voor later waarin de overheid een grote rol heeft.
C
Economie waarin vraag en aanbod bepalen welke producten worden geproduceerd en waarin de overheid een grote rol speelt.
D
Economie waarin er meer wordt geproduceerd voor later waarin de overheid geen rol heeft.
Slide 8 - Quiz
Welk begrip past bij de omschrijving: ''Wat je nodig hebt om iets te maken: arbeid, kapitaal en natuur.''
A
Landbouwdriehoek
B
Permafrost
C
Planeconomie
D
Productiemiddelen
Slide 9 - Quiz
Noem een oorzaak voor de daling van het geboortecijfer in Rusland
Slide 10 - Open question
Wat is geen gevolg van de demografische krimp in Rusland?
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Kleinere beroepsbevolking
D
Emigratie
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Welke gevolgen van de demografische krimp zijn merkbaar in het dorp? Noem er zo veel mogelijk.
Slide 13 - Open question
Welke redenen worden genoemd voor de natuurlijke bevolkingskrimp?
Slide 14 - Open question
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: "Angst voor of afkeer van mensen met een andere culturele en/of etnische achtergrond".
Slide 15 - Open question
Waar in de Oekraïne wonen de meeste Russen?
A
Noorden
B
Zuiden
C
Oosten
D
Westen
Slide 16 - Quiz
In de nieuwste Grote Bosatlas is de grens tussen Oekraïne en Rusland rond het schiereiland de Krim met een rode streepjeslijn getekend in plaats van als een doorgetrokken grenslijn.
Waarom is het voor veel inwoners van de Krim logisch dat het schiereiland bij Rusland hoort?
A
Er zitten veel grondstoffen in de bodem, de Russen kunnen die het beste uit de bodem halen.
B
Door de russificatie van de Krim spreekt niemand er meer Oekraïens.
C
Er zijn grote culturele verschillen tussen het christelijke schiereiland de Krim en de islamitische Oekraïne.
D
Er wonen veel Russen en de russificatie ging er ver zodat veel mensen het Russisch nog beheersen.
Slide 17 - Quiz
In de tijd van de Sovjetunie werd de Russische cultuur als oppermachtig gezien. Welk begrip kun je hierbij plaatsen?
Slide 18 - Open question
Wat is geopolitiek?
A
De manier waarop een staat (land) bestuurd wordt.
B
Een soort rapportcijfer dat aangeeft hoe een land scoort op het bnp per inwoner, de levensverwachting en het analfabetisme.
C
Economisch systeem waarin de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden.
D
Het uitoefenen van macht door een land door gebruik te maken van zijn natuurlijke hulpbronnen of ligging.