Communicatie in de zorg 1, VZ 24 BOL, les 1, introductie, Susan

Communicatie in de zorg 1
les 1, introductie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Communicatie in de zorg 1
les 1, introductie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Deel 1:      FF checken: aanwezigheid
    (20 min)     Module doornemen

  • Deel 2:    theorie: CanMeds-rol communicator
    (20 min)     communicatieoefening

  • Deel 3:    start maken Learnbeat 6.1
  (20 min)      evaluatie/ vragen?

Slide 2 - Slide

Communicatie in de zorg 1 = Learnbeat 6.1 t/m 6.5
Communicatie in de zorg 2 = Learnbeat 6.6 t/m 6.10

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Systemen 
Dulon Online
Module 'communicatie in de zorg- onderwijs' (afronding opdracht 1 & 2 + moduleplanning)

- Module 'communicatie in de zorg- BPV' (staat beschreven welke opdrachten je moet uitvoeren op BPV)

Learnbeat
- Leerstof/ opdrachten
DigiBib
- BPV opdrachten

- Examens

Slide 5 - Slide

waar denken jullie aan bij communicatie door de verpleegkundige?

Slide 6 - Open question

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Communicator

Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.

Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media

Slide 9 - Slide

Het communicatieproces
Communiceren
Communiceren is het met elkaar in contact treden en uitwisselen van informatie.

Voor iedere vorm van communicatie zijn drie dingen nodig:

  • de zender
  • de boodschap
  • de ontvanger

Er zijn twee soorten communicatie: verbale communicatie en non-verbale communicatie.

Slide 10 - Slide

Observeren en interpreteren 
Observeren
Observeren is doelgericht en bewust waarnemen om bepaalde gegevens te verkrijgen.

Interpreteren
Interpreteren is het toekennen van een betekenis aan gegevens die je hebt verzameld of aan wat iemand zegt, doet of laat.


Slide 11 - Slide

Contact maken
Valkuilen:

  • Probeer niet alles zelf op te lossen.
  • Dooddoeners belemmeren het contact.
  • Trek niet te snel conclusies.

Actief luisteren:
  • oogcontact
  • Stel vragen waaruit je belangstelling blijkt.
  • Reageer af en toe met verbale ondersteuningen.
  • Houd een afstand tot je gesprekspartner waarbij je nog op een normale spreektoon kunt praten.
  • Neem de lichaamshouding van de ander aan.
  • Pas je mimiek en intonatie aan.

Slide 12 - Slide

Vragen stellen
Soorten vragen
Er zijn drie verschillende soorten vragen. 
  • Open vragen 
  • Gesloten vragen 
  • Suggestieve vragen

Slide 13 - Slide

Verbale en non-verbale communicatie
  • Verbaal = met woorden

  • Non-verbaal = zonder woorden.

De meeste communicatie verloopt non-verbaal!

Slide 14 - Slide

Gesprekstechnieken

Slide 15 - Slide

bekijk het volgende filmpje
Is er contact?
 Is er aandacht?
 Luistert Sandra naar verbale en non-verbale signalen? 
Welk effect heeft dit alles op mevrouw Goedhart?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?

Slide 18 - Open question

Bekijk het volgende filmpje
 Sluit Siona aan bij de beleving van mevrouw? 
Neemt zij de tijd?
 Welk effect heeft dit alles op mevrouw Vreeswijk?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Je hebt het filmpje bekeken waarin de situatie 2 x is voorgedaan. Wat is het verschil in beide situaties?

Slide 21 - Open question

communicatie oefening
Learnbeat 6.1, B  6 en 9

Slide 22 - Slide

Deel 3 van de les:

  • Start maken learnbeat 6.1

Slide 23 - Slide

  • Vooruitblik volgende les
  • Evaluatie/ vragen?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide