Maak een screenshot en stuur het naar mij via Teams. Score minimaal 70%
Niet af? Maak het dan na de les.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Blootstaan (aan) : onbeschermd zijn tegen
Voorbeeldzin: Als er zich steeds een mobiele telefoon dichtbij je lichaam bevindt, sta je bloot aan heel wat straling.
Slide 6 - Slide
schaars = waar maar heel weinig van is.
In onze tuin is schaduw schaars, want er is bijna overal zon.
Suiker en koffie waren in de Tweede Wereld Oorlog schaarse producten. Ze waren toen bijna niet te koop.
In droge gebieden is water schaars. Het is er bijna niet.
Slide 7 - Slide
behalve
maar niet
uitgezonderd
zonder
zin: Iedereen mocht naar huis, behalve ik.
Slide 8 - Slide
bevatten
in zich hebben;
bij eten kan je zien wat er allemaal in zit (zie foto);
Zin: Appels bevatten veel vitaminen.
zin: Cola bevat veel suiker. Dat is ongezond!
Slide 9 - Slide
Afhankelijk zijn van
= verslaafd zijn van /niet zonder kunnen
Ik ben afhankelijk van mijn sigaret
Een baby is afhankelijk van zijn moeder
Slide 10 - Slide
constant
de hele tijd;
zonder te stoppen;
steeds;
zin: Jullie praten constant in de les!
Slide 11 - Slide
de overvloed = heel veel van iets
Slide 12 - Slide
schaars = er zijn er niet veel van
De mondkapjes zijn nu schaars
Slide 13 - Slide
bevatten
in zich hebben;
bij eten kan je zien wat er allemaal in zit (zie foto);
Zin: Appels bevatten veel vitaminen.
zin: Cola bevat veel suiker. Dat is ongezond!
Slide 14 - Slide
Welke woorden ken je nog niet?
Slide 15 - Mind map
Maak een zin met 'afhankelijk zijn van'
Slide 16 - Open question
Maak een zin met 'het motief'.
Slide 17 - Open question
Bestudeer posters 4 t/m 7
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Taboe
Selecteer 10 woorden van de woordenlijst en schrijf elk woord op een aparte post-it. Vouw de post-its en leg ze in het zakje. Pak omstebeurt een post-it en omschrijf het woord. Je hebt er 30 seconden de tijd voor (zandloper).
Slide 19 - Slide
Journaal kijken in makkelijke taal.
Beantwoord de vragen op het werkblad.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Noem 3 onderwerpen uit het nieuws van vandaag.
Slide 22 - Open question
Welk nieuws vind je het leukst/interessantst?
Slide 23 - Open question
Huiswerk
Poster 1 t/m 7 moet af (opdrachten staan achterin het schrift)