17.2 DNA kopiëren

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.2 DNA kopiëren
1 / 50
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 17.2 DNA kopiëren

Slide 1 - Slide

Doel en begrippen 17.2
Je leert hoe cellen DNA kopiëren en hoe dat in een laboratorium gebeurt
DNA-replicatie, helicase, replicatievork, primase, ribonucleotide, DNA-polymerase, leidende streng, volgende streng, achterwaards kopiëren, Okazaki-fragmenten, ligase, semi-conservatief, PCR-methode, deoxyribosenucelotide, doel DNA, gelelectroforese, capillairelectroforese

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

0

Slide 4 - Video

In welk rijtje staan de woorden in juiste volgorde van klein naar groot
A
thymine - nucleotide - triplet - DNA-molecuul - chromosoom - gen -genoom
B
thymine - triplet - gen - nucleotide -DNA-molecuul - chromosoom - genoom
C
thymine - nucleotide - triplet - gen - DNA-molecuul - chromosoom - genoom
D
thymine - nucleotide - triplet - gen -genoom - DNA-molecuul - chromosoom

Slide 5 - Quiz

Een mRNA bestaat uit 336 nucleotiden.
Uit hoeveel aminozuren bestaat de polypeptide?
(geef antwoord in cijfers)

Slide 6 - Open question

Suzanne onderzoekt het cytomegalovirus, een dubbelstrengs-DNA virus. Zij heeft van een stukje DNA van vijftig nucleotiden de basenvolgorde bepaald. Door dit stukje DNA wordt een polypeptide gecodeerd. De basenvolgorde is (in blokjes van tien basen weergegeven):
3’ GCGCGCGCGC TATAAAGGAA TTACCCGAGG TAGTCCGACA CTTTTTTTAT 5’
Bij welke base begint de code?
A
11
B
22
C
27
D
31

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Levenscyclus van een cel    BINAS 76A
S-fase: DNA verdubbeling

Slide 9 - Slide

Mitose
BINAS 76B1
Tijdens de mitose wordt het verdubbelde DNA weer gesplitst

Slide 10 - Slide

Replicatie (celdeling)
Eiwitsynthese
Van DNA naar DNA
Van DNA naar mRNA naar a.z.
celkern
celkern en ribosomen
leidende en 
volgende streng
template (matrijs) en 
coderende streng
DNA polymerase
RNA polymerase
3' --> 5' leesrichting
3' --> 5' leesrichting

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

DNA replicatie.        BINAS 71D




Stap 1:  Enzym helicase verbreekt de waterstofbruggen tussen de baseparen. De twee strengen raken los van elkaar. Er ontstaan replicatievorken.

Slide 13 - Slide

Helicase enzym

Slide 14 - Slide

DNA replicatie




Stap 2: Er wordt een RNA primer aangebouwd door het enzym primase. De RNA primer bestaat uit RNA bouwstenen, complementair aan de DNA streng.

Slide 15 - Slide

DNA replicatie





Een bouwsteen van RNA heet een nucleotide/ ribonucleotide.



Slide 16 - Slide

DNA replicatie




Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bindt aan de primer en begint het DNA af te lezen. Dit kan alleen van de 3' kant naar de 5' kant.

Slide 17 - Slide

DNA replicatie




Stap 3: Het enzym DNA-polymerase bouwt een nieuwe, complementaire streng met behulp van lossen DNA bouwstenen. De nieuwe streng wordt gebouwd van 5' naar 3'.

Slide 18 - Slide

DNA replicatie




Een bouwsteen van DNA heet een nucleotide/ deoxyribosenucleotide.

Slide 19 - Slide

DNA replicatie




De bouw van de leidende streng (leading) kan in één keer. Hier kan DNA-polymerase de hele streng van 3' naar 5' aflezen.

Leidende streng

Slide 20 - Slide

DNA replicatie




De bouw van de volgende streng (lagging) moet in kleine stukjes (omdat er steeds maar een klein stukje beschikbaar is): Okazaki fragmenten.

Volgende streng

Slide 21 - Slide

Bij DNA-replicatie wordt 1 streng continu gerepliceerd, de andere in fragmenten. Waardoor kunnen ze niet beide continu worden gerepliceerd?
A
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 3' kant van de DNA streng kan bouwen
B
Doordat DNA-polymerase alleen aan de 5' kant van de DNA streng kan bouwen
C
Doordat helicase alleen van 3' naar 5' gaat
D
Doordat helicase alleen van 5' naar 3' gaat

Slide 22 - Quiz

DNA replicatie




Stap 4: Een ander DNA-polymerase enzym verandert de RNA primers in DNA stukken.

Slide 23 - Slide

DNA replicatie




Stap 5: Het enzym ligase bindt de losse DNA fragmenten (Okazaki fragmenten) aan elkaar.

Slide 24 - Slide

DNA replicatie
DNA replicatie is semi-conservatief, dwz elk nieuw DNA molecuul bestaat uit een oude streng en een nieuwe streng.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Zet de juiste nummers (2 t/m 11) bij de
juiste begrippen.
  • Primer
  • Helicase
  • DNA ligase
  • Volgende streng
  • Startpunt replicatie
  • Primase
  • DNA polymerase (2x)
  • Leidende streng 
  • Originele DNA streng

Slide 27 - Slide

Welke nummers staan juist weergegeven?
A
2= helicase; 5= primer 6= DNA ligase; 11= primase
B
2= primase; 5= DNA polymerase 6= DNA ligase; 11= leidende streng
C
2= helicase; 5= primer 6= primase; 11= leidende streng
D
2= DNA ligase; 5= primase 6= DNA polymerase; 11= primer

Slide 28 - Quiz

10 = startpunt replicatie = replicatiebel

Slide 29 - Slide

Welke term hoort niet bij
de DNA-replicatie
A
Transcriptie
B
Chromatiden
C
Centromeren
D
S-fase

Slide 30 - Quiz

PCR (bron 5).        BINAS 71M2
PCR is een techniek om in een laboratorium DNA te repliceren.

Polymerase Chain Reaction.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide






Stap 1: verhitten =  waterstofbruggen verbreken/ denaturatie
PCR

Slide 34 - Slide






Stap 2: primers, TAQ polymerase (hittebestendig), losse nucleotiden toevoegen (annealing of hybridisatie)
PCR

Slide 35 - Slide






Stap 3: nieuwe DNA strengen worden gevormd (extending of verlenging)

PCR

Slide 36 - Slide






Stap 4 = stap 1
Zie BINAS: 71M2


PCR

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Gel-electroforese
Te onderzoeken DNA wordt met
een restrictie-enzym geknipt
in kortere fragmenten.

Slide 39 - Slide

Gelelectroforese
Er zijn verschillende
restrictie-enzymen met
ieder een eigen specifieke 
knipplaats.

Slide 40 - Slide

Gelelectroforese
Bij verschillende DNA moleculen
(dus andere nucleotidevolgorde)
zullen er dus stukken van andere
lengtes ontstaan.

Slide 41 - Slide

Gelelectroforese
1. DNA sample in een `slotje`
2. Stroom op de gel zetten 
     (DNA is negatief geladen)
3. Grote fragmenten gaan
langzamer naar de positieve
kant.

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Capillair
electroforese

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Wat wordt er gemeten bij een PCR-test voor het coronavirus?
A
Of je antistoffen tegen het virus hebt
B
Of er deeltjes (eiwitten) te vinden zijn
C
Of er erfelijk materiaal (RNA) te vinden is.
D
Of er virale aminozuren aanwezig zijn

Slide 46 - Quiz

Je begint met 1 dubbelstrengs sliertje DNA. Hoeveel sliertjes heb je
na 5 PCR cycli?
A
5 sliertjes
B
10 sliertjes
C
32
D
64

Slide 47 - Quiz

PCR: welke twee primers kunnen gebruikt worden voor replicatie van dit gen?
A
5' ATA 3' 5' GCC 3'
B
3' ATA 5' 3'GCC 5'
C
3' TAT 5' 3' GGG 5'
D
5' TAT 5' GGG 3'

Slide 48 - Quiz

Doel en begrippen 17.2
Je hebt geleerd hoe cellen DNA kopiëren en hoe dat in een laboratorium gebeurt
DNA-replicatie, helicase, replicatievork, primase, ribonucleotide, DNA-polymerase, leidende streng, volgende streng, achterwaards kopiëren, Okazaki-fragmenten, ligase, semi-conservatief, PCR-methode, deoxyribosenucelotide, doel DNA, gelelectroforese, capillairelectroforese

Slide 49 - Slide

Huiswerk
lezen 17.2 
maken 17.2: vragen 1 t/m 3 en 5 t/m 7
Zelf nakijken !!

Slide 50 - Slide