Herhaling 2.1 en 2.2 Egypte

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling 2.1 en 2.2 Egypte

Even kijken wat je nog weet

Wat voor soort samenleving was Egypte?

1. jagers-verzamelaars samenleving
2. landbouw samenleving
3. landbouw-stedelijke samenleving
4. industriële samenleving

Wat is het belangrijkste middel van bestaan in een landbouw-stedelijke samenleving?

1. handel
2. jagen
3. fabrieksarbeid
4. akkerbouw + veeteelt

Waarom was het belangrijk dat de Nijl ieder jaar overstroomde?

1. dan hadden mensen weer wat te doen
2. dan konden ze al het land weer eerlijk verdelen
3. dat zorgde voor vruchtbare akkers
4. dan was het land lekker nat

De boeren produceerden zoveel voedsel dat niet iedereen boer hoefde te zijn. Hoe heet dat?

1. landbouwoverschot
2. landbouw surplus
3. overproductie
4. landbouwproductie

Wat is GEEN ambacht?

1. pottenbakker
2. boer
3. timmerman
4. glasblazer

Op de markt kochten boeren spullen, ze hadden geen geld. Dit is:

1. ruilhandel
2. indirecte verkoop
3. lenen
4. handel

Om de akkers te bevloeien groeven de Egyptenaren kanalen. Dit heet:

1. bevloeiing
2. waterlandbouw
3. kanalensysteem
4. irrigatielandbouw

Vanwege de irrigatielandbouw moesten boeren veel samenwerken en taken verdelen. Sommige mensen werden leiders. Dit groeide uit tot welke koninkrijken?

1. oost en west Egypte
2. De 3 Egyptische staen
3. Beneden Egypte en Boven Egypte
4. 1 Egyptische staat

Welke Farao maakte van Egypte 1 staat door het andere deel te veroveren?

1. Toetanchamon
2. Narmer
3. Cleopatra
4. Cheops

Wie is geen Egyptische god?

1. Horus
2. Osiris
3. Isis
4. Aphrodite

De farao bestuurde het land met hulp van ambtenaren en soldaten. Hij had ook een goddelijke taak. Welke?

1. met de goden praten en hen tevreden houden
2. de goden commanderen
3. de goden geld geven
4. mensen offeren aan de goden

Wie betaalde de Farao van de belasting?

Wat deden de boeren NIET?

1. belasting betalen aan de farao
2. paleizen+ piramides bouwen tijdens de overstroming van de Nijl
3. vechten voor de farao
4. de farao gehoorzamen

Hoe heet het Egyptische schrift?

1. Spijkerschrift
2. Tekenschrift
3. Hiërogliefenschrift
4. Herodotusschrift

Wat konden ambtenaren allemaal bijhouden door het schrift?

wat kon er gebeuren als een farao zwak was?

1. Edelen grijpen de macht en Egypte valt uiteen
2. Hij kon geen vrouw vinden en zijn naam sterft uit
3. Niemand wilde dan voor hem werken
4. Hij ging niet naar het hiernamaals

Farao Toetmozes zorgde voor expansie van het Egyptische rijk. wat betekent expansie?

1. verbetering
2. beter bestuur
3. uitbreiding
4. oorlog

Wat moesten veroverde gebieden aan de Farao leveren?

einde van de quiz