grammatica les 3: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Nederlands
Grammatica 1
Les 3:
VWO 1
P3 2020-2021
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands
Grammatica 1
Les 3:
VWO 1
P3 2020-2021

Slide 1 - Slide

terugblik

....je hebt geoefend met het verdelen van zinnen in zinsdelen.

Slide 2 - Slide

vooruitblik
...je gaat oefenen met het benoemen van het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp.

Slide 3 - Slide

Lijdend voorwerp
Hoe vind je het lijdend voorwerp (lv)
Wie/wat + wwg + ond
bv.  Wim zag het journaal.
lv= het journaal

Slide 4 - Slide

0

Slide 5 - Video

Meewerkend voorwerp
Hoe vind je het meewerkend voorwerp (mw)
Aan wie / voor wie + gez + ond + (lv)
bv. Johan gaf (aan) zijn vriendin een nieuw horloge.
mwv= zijn vriendin

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
Log in op lessonup grammatica les 3: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.

Maak de vragen op slide 8 t/m 26

Slide 7 - Slide

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?

Slide 8 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Zij heeft hem het nieuwtje al verteld.

Slide 9 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Ik schenk mijn vriendin een armbandje.


Slide 10 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Wie heeft de atlas aan haar geleend?


Slide 11 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Ik geef juf een dikke zoen

Slide 12 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Wil je mij de vraag voorlezen?


Slide 13 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin?

Mijn broer mailde Eefje een leuke foto.

Slide 14 - Open question