Hoofdstuk 2 mens en omgeving

• Zorg en Welzijn
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Mens en omgeving H2

Hoe zit je er vandaag bij?

Wat moet je weten en kunnen?

 Leerdoelen:

• Je kunt een werkvolgorde en planning maken voor de uit te voeren werkzaamheden 
• Je kunt deze werkzaamheden uitvoeren volgens plan 
• Je kunt onderhoudsvoorschriften lezen, interpreteren en ernaar handelen 
• Je kunt schoonmaakmiddelen, –apparatuur en -materialen kiezen en gebruiken 
• Je kunt gebruikte materialen schoonmaken en opruimen 

Verbale communicatie 

Non-Verbale communicatie

Wat betekent de afkorting HDL:

1. Hele dag luieren
2. Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen
3. Huis-Dier-Leven
4. Huishoudelijk-Dozen-Levernsverrichtingen

Waarom is het belangrijk om schoon te maken?

Frequentie en schoonmaakplan

Niet alles hoeft dagelijks schoongemaakt te worden. 

De schoonmaakfrequentie kan verschillen.

 Sommige werkzaamheden doe je periodiek of jaarlijks. 

De schoonmaakfrequentie staat in het schoonmaakplan. 

Soorten vuil:

Droog vuil: zichtbaar, droog reinigen.

Aangekleefd vuil: zichtbaar, klamvochtig reinigen.

Onzichtbaar vuil: micro-organismen, desinfecteren.

Dagelijkse schoonmaaktaken

Periodieke schoonmaaktaken

Wasmachine reinigen

Ramen zemen

Reinigen van de diepvries

Stofzuigen

Badkamer schoonmaken

De was doen

Vaste volgorde 

In de professionele schoonmaak moet je het schoonmaakplan volgen. Daarnaast gelden deze schoonmaakregels voor de werkvolgorde:

1. Werk van schoon naar vuil. 

2. Werk altijd van buiten naar binnen.
3. Werk van hoog naar laag.

4. Werk in een logische werkvolgorde. 

Begin altijd op een vast punt. 

Bij het moppen van een vloer werk je altijd naar de deur of uitgang toe.
Werk steeds linksom of rechtsom in een ruimte, dan vergeet je niets.

Wat hoort bij een dagelijkse schoonmaak?

1. Ramen zemen
2. Tafel schoonmaken
3. Vloer dweilen

Koelkast schoonmaken, bed verschonen valt onder

1. Dagelijkse schoonmaak
2. Wekelijkse schoonmaak
3. Grote schoonmaakbeurt

Hoe vaak maak je je wc schoon?

1. wekelijks
2. maandelijks
3. dagelijks

Je keuken maak je hoe vaak schoon?

1. maandelijks
2. jaarlijks
3. wekelijks
4. dagelijks

Periodieke schoonmaak is

1. iets dagelijks reinigen
2. onregelmatig iets reinigen
3. met vaste regelmaat iets reinigen
4. nooit iets reinigen

Wat hoort bij een periodieke schoonmaak?

1. Ramen zemen
2. Toilet schoonmaken
3. Aanrecht keuken schoonmaken
4. Eettafel afnemen

Lezen van etiketten:

Wat zit erin?

Waarvoor kan je het middel gebruiken?

Hoeveel moet je gebruiken?

Gevaarsymbolen

Op schoonmaakmiddelen staan symbolen op de etiketten.

Gevarensymbolen

• Gevaarlijke stoffen zijn herkenbaar aan gevarensymbolen
  
• Elk gevaar heeft zijn eigen symbool 

Als je werkt met gevaarlijke stoffen moet je jezelf beschermen

Wat betekent dit symbool?

1. Gevaar gezondheid
2. Giftige stoffen
3. Gevaar milieu
4. Schadelijke of irriterende stoffen

Wat betekent dit symbool?

1. Giftige stoffen
2. gevaar gezondheid
3. schadelijke of irriterende stoffen
4. gevaar milieu

wat betekent dit
gevaren-symbool?

1. explosief
2. irriterend
3. schadelijk
4. giftig

Opdrachten maken

Hoofdstuk 2                            

Wat heb ik geleerd?