HF3 Ben jij ondernemend?

H3 Ben jij ondernemend?






§ 3.2 Wat levert het op?  

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Ben jij ondernemend?






§ 3.2 Wat levert het op?  

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Latifa maakt houten meubels. Ze heeft twee medewerkers in dienst: Robin en Justin. In de werkplaats gebruiken ze zaagmachines en boormachines. Dit hoort allemaal bij de productiefactoren natuur, arbeid en kapitaal.
Bij welke productiefactor hoort:
1. het hout voor de meubels?
2. de machines en de werkplaats?

Slide 3 - Open question

Het zagen van meubelonderdelen gebeurt met een zaagmachine. Deze machine wordt door een computer aangestuurd.

Dit is een voorbeeld van automatisering / mechanisering.

Slide 4 - Open question

Latifa maakt voor een museum vijftien vitrinekasten waarin voorwerpen uitgestald kunnen worden. Daarvoor gebruikt ze aan materiaal:
hout voor € 1.000. Schroeven, spijkers en lijm voor € 95 , lak voor € 175.
Het maken kost 40 arbeidsuren. Eén uur arbeid kost € 65.
Bereken de kostprijs van één kast.

Slide 5 - Open question

Piet verkoopt friet in zijn snackbar. In een week verkoopt hij 500 porties voor € 2,50 per portie. Omdat zijn kosten zijn gestegen, verhoogt Piet de verkoopprijs met 20%. Nu vinden sommige klanten zijn friet te duur. Daardoor verkoopt hij nu 10% minder porties friet.

Met hoeveel euro is de omzet van Piet in een week veranderd?
A
De omzet is € 100 per week gedaald.
B
De omzet is € 125 per week gedaald.
C
De omzet is € 100 per week gestegen.
D
De omzet is € 125 per week gestegen.

Slide 6 - Quiz

In welke regel staan alleen maar bedrijfskosten?
A
huur, btw en verzekeringen
B
huur, loon en reclamekosten
C
btw, energiekosten en lonen
D
inkoopwaarde, lonen en verzekeringen

Slide 7 - Quiz

Op een bakje kant-en-klaar fruit van € 4,50 verdient DeLiVers € 1,80.
Bereken hoeveel procent dat is van de verkoopprijs.

Slide 8 - Open question

Voor een kistje sinaasappels betaalt de consument in de winkel € 19,62 inclusief 9% btw. Wat is het bedrag exclusief btw?

Slide 9 - Open question

Bij een kleine wolfabriek werken zes mensen, vijf dagen per week. Per week maken zij 720 wollen dekbedden. De eigenaar van de fabriek gaat de taken van het personeel anders verdelen. Nu kunnen er evenveel dekbedden worden gemaakt met nog maar vijf mensen.
Is de arbeidsproductiviteit gedaald of gestegen?

Slide 10 - Open question

Maatschappelijke opbrengsten zijn:
A
De kosten die je hebt voor het maken van één product.
B
Negatieve gevolgen van productie waar anderen last van hebben
C
Positieve gevolgen van productie waar anderen voordeel van hebben.
D
De maximale hoeveelheid die een bedrijf kan produceren.

Slide 11 - Quiz

De eigenaar van de wolfabriek heeft de taken van het personeel anders verdeeld. Een vriend van hem zegt dat er een andere manier is om de arbeidsproductiviteit te verbeteren.

Noem een andere manier om de arbeidsproductiviteit te verbeteren.

Slide 12 - Open question

Antwoord:
  • technologische ontwikkelingen / automatisering / mechanisering 
  • scholing / cursussen 
  • prestatiebeloning geven 
  • zorgen voor betere arbeidsomstandigheden / goede werksfeer. 

Slide 13 - Slide

Negatieve gevolgen van productie waar anderen last van hebben, noem je

Slide 14 - Open question