H6 - Herhaling

Hoofdstuk 6
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

6.1 - Produceren maar
  • De vier productiefactoren benoemen;
  • Wat zijn beloning van de productiefactoren en uitleggen wat die te maken hebben met toegevoegde waarde;
  • Uitleggen wat een bedrijfskolom is;
  • Uitleggen wat is het verschil tussen kapitaalintensief, arbeidsintensief, mechanisering en automatisering.
  • Uitleggen wat afschrijving is hoe je die berekent

Slide 2 - Slide

Welke vier productiefactoren zijn er?
A
Kapitaal, arbeid, natuur & winst
B
Kapitaal, arbeid, natuur & ondernemerschap
C
Kapitaal, loon, natuur & ondernemershchap
D
Kapitaal, loon, natuur & winst

Slide 3 - Quiz

Benoem alle beloningen voor de productiefactoren. Tip het zijn er 5!

Slide 4 - Open question

Geef aan wat het verschil is tussen automatisering en mechanisering.

Slide 5 - Open question

Waarom maken we gebruik van technologische ontwikkelingen?
A
Hierdoor word het werk sneller gedaan
B
Hierdoor word het produceren goedkoper
C
Hierdoor smaken producten beter
D
Het is verplicht hiervan gebruik te maken

Slide 6 - Quiz

Werken op een plantenkwekerij is arbeidsintensief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

6.3 - Het gaat om de winst
  • Wat is het verschil tussen afzet en omzet;
  • De omzet berekenen;
  • De brutowinst berekenen;
  • Het nettoresultaat berekenen en je weet wanneer dit een nettowinst of nettervlies is.

Slide 8 - Slide

Je verkoopt deze maand 3.200 snacks. De verkoopprijs is € 2,75. De inkoopprijs is € 1,10. Wat is de afzet in dit voorbeeld?
A
3200
B
€ 2,75
C
€ 1,10

Slide 9 - Quiz

Wat is een marktaandeel?

Slide 10 - Open question

Wat is de formule voor het nettoresultaat?

Slide 11 - Open question

6.4 - Meer of minder productie?
  • Uitleggen hoe je de productiecapaciteit van een bedrijf kunt vergroten;
  • Uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan toenemen;
  • De arbeidsproductiviteit berekenen;
  • Voorbeelden geven van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Slide 12 - Slide

De arbeidsproductiviteit kan toenemen op vijf manieren. Benoem er twee.

Slide 13 - Open question

De productiecapaciteit is afhankelijk van drie onderdelen. Welke drie zijn dit?

Slide 14 - Open question

Wat is het verschil tussen vaste en variabele kosten?

Slide 15 - Open question

Wat zijn maatschappelijke kosten?

Slide 16 - Open question

Wat is de formule voor de arbeidsproductiviteit?

Slide 17 - Open question