H2B: 2.1 Handel en nijverheid in de Republiek

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Neem voor je: 

- Memo boek en schrift. 

- Leerboekje (krijg je deze les)

Planning

- Uitdelen en bespreken leerboekje

- Uitleg paragraaf 2.1

- Opdracht

Dit hoofdstuk

- Leerboekje met tips van jullie. 

- Leerdoelen als samenvatting. 

- Aantekeningen om op te schrijven. 

Leerdoelen

- Je kunt een beschrijving geven van de economie van de Republiek. 

- Je kunt uitleggen hoe de economie van de Republiek onderdeel werd van de wereldeconomie en welke rol de VOC en de WIC daarbij hadden. 

- Je kunt een verband leggen tussen de driehoekshandel, de slavenhandel en de plantageslavernij. 

Economie van de Republiek

- Rond 1450 opkomst Oostzeevaart.

-1540: Veel handel in hout en graan in Amsterdam. 

- Antwerpen was belangrijkste handelsstad totdat de Spanjaarden de stad overnamen.

Antwerpen

- Rond 1600 toename handel en nijverheid in Hollandse steden. 

- Gevolg van de Val van Antwerpen. 

- Antwerpse kooplieden vluchtten naar Holland. 

Handel in de Republiek

- Handel belangrijkste inkomsten Republiek. 

- Handelskapitalisme: Economie die draait om handel. 

- Stapelmarkt: Opslaan van producten en verkopen als het veel waard was. 

De VOC

- Door ontdekkingsreizen een wereldeconomie: handel in specerijen, tabak, koffie, ...

- Republiek doet hieraan mee met de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). 

- VOC had handelsmonopolie: Alleen zij mochten handelen in Azië namens de Republiek. 

De WIC

-  West-Indische Compagnie 
(WIC)

- Handelsmonopolie in West-Afrika en Amerika. 

- Kaapvaart:  Beroven schepen van vijand. 

- Plantages

Slavernij

- Europese plantages in Amerika na de komst van Europeanen. 

- Plantageslavernij: Gedwongen arbeid door slaven op plantages. 

- Driehoekshandel: Handel tussen West-Afrika, Amerika en Europa. 

De economie van de Republiek 

Leerdoel 1: De economie van de Republiek kwam tot bloei door de Oostzeevaart. Amsterdam werd een markt voor hout en graan. Deze producten werden verkocht als de vraag hoog was. Dat heet een stapelmarkt. 

De Republiek verdiende het geld vooral aan handel. Zo'n economie noemen we handelskapitalisme. 

VOC, WIC en slavernij

LD2: Door de ontdekking van nieuwe producten buiten Europa ontstond een wereldwijde handel. Hierdoor ontstond een wereldeconomie. Vanuit de Republiek werden handelsbedrijven gesticht om hieraan mee te doen: de VOC en de WIC. 

LD3: In Amerika had men plantages gesticht. Slaven uit Afrika moesten hier werken (plantageslavernij) en producten van de plantages werden in Europa verkocht. Van die opbrengsten kocht de WIC wapens en textiel om te verhandelen voor Afrikaanse slaven. Dit systeem heet de driehoekshandel.  

Werk de leerdoelen van 2.1 uit in het leerboekje op blz. 16-17