Wat: Opdracht 4, 5, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23 en 24.
Hoe: In jouw werkboek, met hulp van de blauwe theorievakjes.
Hulp: Diegene die naast je zit, hou het op fluisterniveau!
Tijd: Tot het einde van de les.
Uitkomst: Ingevulde opdrachten.
Klaar: Lezen in jouw fictieboek.