observeren: verschillende methoden

Beroepstaak 2C GPM en 2D OA
Maandag 6 februari weet je welke activiteit je gaat voorbereiden en uitvoeren volgens MAP. In de les  gaan we hiermee aan de slag.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Beroepstaak 2C GPM en 2D OA
Maandag 6 februari weet je welke activiteit je gaat voorbereiden en uitvoeren volgens MAP. In de les  gaan we hiermee aan de slag.

Slide 1 - Slide

Woensdag 8 februari
Les LOB : beroepstaak 3B : verschonen/slapen/ hygiëne
Vraag op stage en neem mee:
- GPM: verschoonprotocol
- OA: afspraken op school over hygiëne/zindelijk zijn/schoonmaakprotocol
 
daarna les bewegend leren.

Slide 2 - Slide

Inhoud
Observeren:
- Wat is het?
- Waarom doe je het?
- Verschillende methoden
- Hoe doe je het?

basisboek hfst. 4



Slide 3 - Slide

Wat is observeren?

- Vorm van waarnemen
- Kijken naar gedrag van een kind
- Observeren doe je objectief (zonder oordeel)
- Je trekt nog geen conclusies

Slide 4 - Slide

Waarnemen of observeren?
Waarnemen = onbewust         Observeren= bewust
Waarnemen= zonder doel            Observeren= doelgericht
                                                                Observeren=systematisch
                                                             Observeren= objectief


bron: basisboek hfst. 4

Slide 5 - Slide

Opdracht 4.03
Basisboek blz. 89

Beantwoord eerst voor jezelf de vragen bij A

Ga daarna verder met opdracht B.

Slide 6 - Slide

Waarom observeren?
- Ontwikkeling van een kind volgen
- Zowel in het onderwijs als in de kinderopvang
- Je leert een kind nog beter kennen
- Weten waarom een kind zich op een bepaalde manier gedraagt.
- Informatie verzamelen om een kind goed te kunnen begeleiden



Slide 7 - Slide

Observatieoefening

Wat is er veranderd?

Slide 8 - Slide

Soorten observatie
Open observatie : doel en situatie bekend, al het gedrag opschrijven wat je ziet.

Gesloten observatie : bekend welk gedrag  je gaat observeren bijvoorbeeld dmv turflijst

Wanneer zet je welke observatie in?

Slide 9 - Slide

Observatiemethoden 
participerende observatie: zelf onderdeel van observatie
niet-participerende observatie: je bent toeschouwer

ongestructureerde observatie: geen regels over observatie en manier van opschrijven, geen plan of schema's .
gestructureerde observatie: vooraf opgestelde regels, schema's, lijsten, manier van opschrijven bekend.

Slide 10 - Slide

Hoe observeer je?
1. Wat is de reden van de observatie?
- Kind beter leren kennen/begrijpen
- Probleem onderzoeken
- Goed beeld krijgen van een situatie
2. Gegevens van een kind 
3. Doel: Met welk doel wil je observeren? Eén doel of vraag per observatie.

Slide 11 - Slide

Hoe observeer je?
4. Hoe ga je observeren: Welke methode? Welke middelen heb je nodig?
5. Observatiesituaties: situatie, tijd, plaats, datum
6. Resultaten: Met wie bespreek je de resultaten? Op welke manier? Wat ga je met de resultaten doen?


Slide 12 - Slide

Opdracht
Bekijk het filmpje.
Observeer het gedrag van het meisje. Doe dit dmv een open ongestructureerde observatie. Beschrijf het gedrag objectief.

Na afloop:
Wat heb je opgeschreven?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Opdracht
Bekijk het filmpje.
Observeer het gedrag van Alfie (jongen met blond haar en blauw shirt). Doe dit dmv een open ongestructureerde observatie. Beschrijf het gedrag objectief.

Na afloop:
Wat heb je opgeschreven?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Opdracht:
Bekijk het filmpje.
Observeer de leidster dmv een gesloten, gestructureerde observatie.
Observatievraag: Op welke manier reageert de leidster verbaal en non-verbaal? Schrijf dit objectief op.

Wat heb je opgeschreven?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video