Wat: Lees eerst de tekst van paragraaf 5.1 en 5.2 op blz. 36 en 37 aandachtig door.
Maak vervolgens opdracht 5.6 t/m 5.9 op blz. 38 t/m 40.
Tijd: Jullie krijgen hier 20 minuten voor.
Hulp: Eerst lezen en rustig overleggen dan vraag je het aan de docent.
Klaar?: Maak opdracht 5.10 op blz. 40.