Les 4, herhalen D + E (20-11) 3vwo


Ga zitten volgens de plattegrond van de mentor.
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met de woordzoeker van vorige week.


Aujourd'hui, c'est mercredi
H3B, A3A et G3A
1 / 31
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson


Ga zitten volgens de plattegrond van de mentor.
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met de woordzoeker van vorige week.


Aujourd'hui, c'est mercredi
H3B, A3A et G3A

Slide 1 - Slide

Le programme:
- Parler en français rollenspel
- Herhalen grammaire D à + bepaald lidwoord & de + bepaald lidwoord 
- E, regarder


Slide 2 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je verteld over je vrije tijd
- Aan het einde van de les heb je grammaire D herhaald door middel van een quiz
- Aan het einde van de les heb je een opdracht gemaakt over een vlog

Slide 3 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Slide

Parler en français:
Rollenspel: Lees bij deze opdracht om de beurt de zinnen hardop voor in volgorde van het gesprek
Ronde 1 - lees het gesprek voor in duo's
Ronde 2 - vervang de schuingedrukte woorden door een ander Frans woord
timer
2:00

Slide 5 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 68

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.
Les devoirs = ex. 15BCD + 16BCEF

Slide 6 - Slide

Répéter grammaire D:
- Geef antwoord op de vragen over grammaire D.
- Questions? Stel de vragen tijdens het zelfstandig werken.
Open je aantekeningenschrift als hulpmiddel en open een lege pagina.

Slide 7 - Slide

Grammaire D

Slide 8 - Slide

Keuze uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des 
1) Vertaal de zin naar het Nederlands
- Past het woord ‘van’ in de zin ?  kies uit du / de la / de l’ / des
- Past het woord ‘van’ niet in de zin?  kies uit au / à la / à l’ / aux

Bijvoorbeeld:
Je vais ... l'école --> ik ga naar school --> keuze uit au / à la / à l' / aux
Je parle de l'histoire .... film --> ik praat over de geschiedenis van de film --> keuze uit du / de la / de l' / des

Slide 9 - Slide

Kies uit au / à la / à l' / aux 
Je vais ..... restaurant (mnl. ev)
Nous sommes .... mer (vrl. ev)
Je suis ...... Pays-Bas 


Kies uit du / de la / de l' / des
Nous avons le clé .... soeur
Tu es le directeur .... hôtel?
C'est le chien.... filles

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des
Hélène va .... supermarché (mnl. ev)
C'est le smartphone ... père
Je vais ... école
On peut aussi aller .... nouvelle pizzeria.
Il va .... matchs
Klaar? Houd je aantekeningenschrift open & maak het huiswerk (zie Magister)  Antwoorden komen op het bord.

Slide 10 - Slide

Kies uit au / à la / à l' / aux 
Je vais au restaurant (mnl. ev)
Nous sommes à la mer (vrl. ev)
Je suis aux Pays-Bas 


Kies uit du / de la / de l' / des
Nous avons le clé de la soeur
Tu es le directeur de l'hôtel?
C'est le chien des filles

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des
Hélène va au supermarché (mnl. ev)
C'est le smartphone du père
Je vais à l'école
On peut aussi aller à la nouvelle pizzeria.
Il va aux matchs

Slide 11 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 19 (kies uit: 1/2/4/5/6 blz. 165) + 20AB + 21. Bekijk eerst de video van exercice 19 online en werk daarna de opdrachten uit 
Comment (hoe)? De video kijk je alleen en de opdrachten maak je zelfstandig.
Questions? Steek je vinger op of overleg fluisterend 
Prêt (klaar)? Online Slim Stampen vocabulaire E + grammaire D (je mag muziek luisteren tijdens het leren) = volgende les overhoring

Slide 12 - Slide

Geen oortjes bij je? Maak exercice 19 thuis en zorg dat het volgende les af is.

Slide 13 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Faire: 19 + 20AB + 21
- Apprendre: vocabulaire E + répéter grammaire D (volgende les overhoring)

Slide 14 - Slide

Blooket:
https://dashboard.blooket.com/set/6423ebcb4f6a3e30339d244f 

(je mag het boek gebruiken -> Blooket gaat om alle woordjes van ch.2)
- Kies je eigen naam
- Tijdens het spelen blijft de muziek hoorbaar

Slide 15 - Slide

Cherche quelqu'un qui.... = ex. 14B
  • Stel de vragen in het Frans. Tu as un frère? Tu est fils unique?
  • Is het antwoord 'oui', dan noteer je de naam. 
  • Probeer zoveel mogelijk namen per zin te noteren/ 
Laatste 7 minuten van de les:

Slide 16 - Slide

Kies de juiste vorm

Nous avons le clé .... soeur?
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste vorm

Tu est le directeur .... hôtel?
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste vorm

C'est le chien ...... filles.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 19 - Quiz

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Hélène va .... supermarché (mnl. ev.)
(tip: vertaal de zin --> gebruik je 'van'? = du....)

Slide 20 - Open question

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

C'est le smartphone ... père.

Slide 21 - Open question

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Je vais .... école.

Slide 22 - Open question

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

On peut aussi aller .... nouvelle pizzeria.

Slide 23 - Open question

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Il va ... matchs.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide