Les Havo 3 vrijdag 6 december

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Il va ... matchs.

Kies uit au / à la / à l' / aux

1) On va au restaurant (mnl. ev.) ce soir.

2) Sophie va à l'école.

3) Nous aimons aller à la maison (vrl. ev).

4) Vous allez aux toilettes?

Bonjour & bienvenue

3 havo

Le programme:

- Grammaire D à + bepaald lidwoord & de + bepaald lidwoord 

Herhaling van de grammatica van vorige week.

- Wat weten we nog en even inoefenen

- Coin presse - leesvaardigheid

- Evt extra oefenen grammaire D

Les buts (leerdoelen):

- Aan het einde van de les kun je à en de + een bepaald lidwoord gebruiken

- Aan het einde van de les heb je je leesvaardigheid geoefend.

- Aan het einde van de les kun je vragen en vertellen over waar iemand anders of waarvan jij houdt om te doen.

D grammaire (herhalen)

Ouvre le livre à la page 68

Vidéo 1:

à + bepaald lidwoord

We gaan een uitleg video kijken van Grandes Lignes

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je schrift.

Kies uit au / à la / à l' / aux

1) On va ...... restaurant (mnl. ev.) ce soir.

2) Sophie va .... école.

3) Nous aimons aller ..... maison (vrl. ev).

4) Vous allez ..... toilettes?

Vidéo 2:

de + bepaald lidwoord

We bekijken de uitleg video van Grandes Lignes

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je schrift

Kies uit du / de la / de l' / des

1) Nous avons le clé ...... soeur. 

2) Tu est le directeur .... hôtel?

3) C'est le chien .... filles.

Kies uit du / de la / de l' / des

1) Nous avons le clé de la soeur. 

2) Tu est le directeur de l' hôtel?

3) C'est le chien des filles.

Keuze uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des 

1) Vertaal de zin naar het Nederlands

- Past het woord ‘van’ in de zin ?  kies uit du / de la / de l’ / des

- Past het woord ‘van’ niet in de zin?  kies uit au / à la / à l’ / aux

Bijvoorbeeld:

Je vais ... l'école --> ik ga naar school --> keuze uit au / à la / à l' / aux

Je parle de l'histoire .... film --> ik praat over de geschiedenis van de film --> keuze uit du / de la / de l' / des

Kies de juiste vorm

Nous avons le clé .... soeur?

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Kies de juiste vorm

Tu est le directeur .... hôtel?

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Kies de juiste vorm

C'est le chien ...... filles.

1. du
2. de la
3. de l'
4. des

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Hélène va .... supermarché

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

C'est le smartphone ... père.

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

Je vais .... école.

Kies uit au / à la / à l' / aux / du / de la / de l' / des:

On peut aussi aller .... nouvelle pizzeria.

Au travail:

Quoi (wat)? Fais exercice 11 page 141

Nog niet af dan maak je ook 15, 16, 17 (die er vorige week niet bij waren) en 21

Comment (hoe)? Individuellement 

Prêt (klaar)? Kies een Francofolie van pagina 72 - 73 en werk deze uit.

Oefenen met Frans

Vera en Babet: m: 15, 16, 17, 18 Rest: nakijken 11

Wat: Opdrachten 13A en C blz.143 en 145

           14 A en B blz. 145 en 14 C blz. 146

            15 A blz. 146 en 16 op blz. 147

Klaar: Laat het nakijken; Ga verder met je Francofolies of oefen leesvaardigheid met le plaisir de lire vanaf blz. 154

Daarnaast zijn er stencils om te maken! Inoefenen en herhalen.

Devoirs

Leer de woorden en de zinnen van A en B op bladzijde 86 Frans-Ned én Ned-Frans!

Au revoir!