Fictie A (Problemen)

Fictie A (problemen) 
p. 192-199 NN
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Fictie A (problemen) 
p. 192-199 NN

Slide 1 - Slide

Programma
Lesdoel
Lesstart
Opdr. 1-3
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Ik vind lezen wel/niet leuk, omdat ...

Slide 3 - Slide

Ik lees zelf...
A
nooit
B
soms
C
zo vaak mogelijk
D
als het moet

Slide 4 - Quiz

Ik lees graag....
A
fictie (=verzonnen verhalen)
B
Non-fictie (informatieve boeken/artikelen)
C
stripboeken/graphic novels
D
poëzie

Slide 5 - Quiz

Noteer vijf kleine problemen ...

Slide 6 - Mind map

Noteer vijf grote problemen ...

Slide 7 - Mind map

Over welk probleem kun je volgens jou het interessantste boek schrijven? Waarom?

Slide 8 - Mind map

     Neem voor je p. 192 van je NN-boek.
De veertienjarige Emilia ontdekt iets vreselijks over haar vader. Zonder dat iemand het weet, vliegt ze in haar eentje naar New York. Maar het appartement dat ze via internet huurde, bestaat niet. En er komt een verwoestende orkaan op de stad af. Samen met twee Amerikaanse jongens en een heldhaftig klein meisje bereidt Emilia zich voor op de storm van haar leven. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Autobiografische elementen?
= elementen uit het leven van de schrijver zelf die terugkomen in het boek. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Huiswerk voor vandaag: opdracht 1-3 Fictie A
Overleg met je buurman/buurvrouw over de antwoorden die jullie hebben opgeschreven. Bij welke opdrachten verschillen jullie antwoorden en waarom?

Slide 13 - Slide

Antwoorden opdr. 2
1 Emilia wil vluchten
- van haar vader, want die heeft haar leven verwoest (door iets ‘walgelijks’ te doen).
- van haar moeder, want die heeft nauwelijks aandacht voor haar.
- van ‘bedreigingen’.

 

2 onverschrokken/zin in het leven (p. 193) - bang/gespannen (p. 193) – sterk, middelvinger naar de wereld (p. 194)​

3 eigen antwoord​

4 verdwijnen/niet meer bestaan​

5 eigen antwoord

Slide 14 - Slide

Antwoorden opdr. 2
2 Toen Emilia elf was, was ze ‘onverschrokken’ en zag ze eruit alsof ze ‘superveel zin’ had in de rest van haar leven.
Dat meisje is ze nu niet meer - ze is bang en gespannen.
Aan het einde is ze sterker: ze is trots op zichzelf dat ze alleen naar New York gaat.

 

 

2 onverschrokken/zin in het leven (p. 193) - bang/gespannen (p. 193) – sterk, middelvinger naar de wereld (p. 194)​

3 eigen antwoord​

4 verdwijnen/niet meer bestaan​

5 eigen antwoord

Slide 15 - Slide

Antwoorden opdr. 2
3 Eigen antwoord:

- Emilia is veranderd, omdat ze in de puberteit is gekomen (en dan verandert iedereen).

- Emilia is veranderd, omdat er iets is gebeurd wat zó erg is, dat ze niet anders kon dan iets extreems doen.
 

 

 

2 onverschrokken/zin in het leven (p. 193) - bang/gespannen (p. 193) – sterk, middelvinger naar de wereld (p. 194)​

3 eigen antwoord​

4 verdwijnen/niet meer bestaan​

5 eigen antwoord

Slide 16 - Slide

Antwoorden opdr. 2
4 Het juiste antwoord bevat:

Daarmee bedoelt Emilia dat ze eruitziet alsof ze aan het verdwijnen is, alsof ze bijna niet meer bestaat.

5 Eigen antwoord
 
 

 

 

2 onverschrokken/zin in het leven (p. 193) - bang/gespannen (p. 193) – sterk, middelvinger naar de wereld (p. 194)​

3 eigen antwoord​

4 verdwijnen/niet meer bestaan​

5 eigen antwoord

Slide 17 - Slide

Antwoorden opdr. 3
1 Emilia reageert zo gespannen, omdat ze zich realiseert dat al die 300 mensen ademen, hoesten, niezen en poepen (en dat vindt ze vies) (p. 194 + 195)​

2 Emilia is zo verdrietig als de aanval voorbij is, omdat ze zich realiseert dat ze helemaal niet zo stoer is als ze eerst dacht. (Aan het einde van tekst 1 voelde ze zich sterk, omdat ze alleen naar New York gaat.) 

3 Eigen antwoord

Slide 18 - Slide

Huiswerk voor vrijdag
Maak opdracht 4 & 5 (Tekst 'Survival')

Slide 19 - Slide