Oefenvragen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Quiz Elektriciteit

Pak je telefoon/laptop en een blaadje om te kunnen tekenen/rekenen

Welk lampje blijft of blijven branden als lampje 1 kapot gaat?

1. 2,3
2. 3
3. 2
4. Geen

Welk lampje blijft of blijven branden als lampje 3 kapot gaat?

1. 1, 2
2. 1
3. 2
4. Geen

Wat voor schakeling is dit?

1. Paralel
2. Serie

Welke formule voor stroomsterkte hoort bij dit type schakeling?

1. I=I1+I2+I3
2. I=I1=I2=I3

Lampje 3 heeft een stroomsterkte van 0,5A. Bij lampje 1 meet je een stroomsterkte van 0,2A. Hoe groot is de stroomsterkte bij lampje 2?

1. 0,2A
2. 0,3A
3. 0,5A

Geef 2 voorbeelden van een isolator

Geef een voorbeeld van een apparaat dat elektriciteit omzet in warmte

Waarvoor dient een zekering in de meterkast?

Teken van de schakeling hiernaast het schakelschema.

Wat gebeurt er als ik de schakelaar omzet (gebruik).

1. Lamp 1 gaat branden
2. Lamp 2 gaat uit
3. Er gebeurt niks.
4. Zowel A als B

0,2A = ?? mA

1. 20 mA
2. 2 mA
3. 200 mA
4. 2000 mA

18,5 mA = ?? A

1. 0,185 A
2. 0,0185 A
3. 1,85 A
4. 0,00185 A

Wat heeft een grotere weerstand?

1. Geleider
2. Isolator

Welke opgave uit het boek heb je nog vragen over?