Omzetbelasting HS 2

HS 2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HS 2

Slide 1 - Slide

Omzetbelasting H2
aangifte omzetbelasting

Slide 2 - Slide

Een onderneming heeft een jaaromzet van € 50.000,-.Over welke periode moet aangifte OB/btw worden gedaan?
A
kwartaal
B
maand
C
week
D
jaar

Slide 3 - Quiz

Wanneer moet de ob-aangifte worden gedaan? Kies het meest juiste antwoord
A
binnen 1 maand na afloop van elk jaar
B
binnen 1 maand na afloop van het aangiftetijdvak
C
binnen 1 maand na afloop van elke maand
D
binnen 1 maand na afloop van elk kwartaal

Slide 4 - Quiz

Welke sancties/straffen kan de belastingdienst geven als niet op tijd de btw-aangifte is ingediend?
A
naheffingsaanslag, rente, strafrechtelijke maatregelen
B
verzuimboete, rente,ambtshalve aanslag
C
vergrijpboete, rente,ambtshalve aanslag
D
rente, verzuimboete, beslaglegging

Slide 5 - Quiz

Als je het niet eens bent met de beslissing van de belastingdienst kun je als eerste:
A
binnen 4 weken een bezwaarschrift indienen
B
binnen 6 weken een beroepschrift indienen bij de Rechtbank
C
binnen 4 weken een beroepschrift indienen bij de Rechtbank
D
binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen

Slide 6 - Quiz

Wat is voorbelasting in het kader van de OB?
A
Alle IB/Vpb/LH die de ondernemer heeft betaald
B
Alle btw die de ondernemer heeft betaald
C
Alle LH en btw die de ondernemer heeft betaald
D
De btw die de ondernemer vooruit betaalt

Slide 7 - Quiz

Een ondernemer ontdekt dat hij fouten heeft gemaakt in zijn btw-aangifte. Wat moet hij doen?
A
De fout herstellen door een bezwaarschrift in te dienen
B
Een suppletie-aangifte indienen
C
Een verzuimboete betalen
D
Een brief met excuses sturen naar de fiscus

Slide 8 - Quiz

Wat houdt de Kleine Ondernemers Regeling (KOR) in?
A
Ondernemer kan bij inkopen btw terugvragen
B
Ondernemer hoeft alleen omzet inclusief btw bij te houden
C
Ondernemer hoeft alleen btw -rekeningen in administratie op te nemen
D
Ondernemer hoeft geen btw bij te houden

Slide 9 - Quiz

Stel een vordering is definitief oninbaar. Wat mag de ondernemer doen?
A
De reeds betaalde btw terugvragen van de fiscus
B
De reeds betaalde btw terugvragen van de klant
C
Hij mag niets doen.
D
Hij mag een bezwaarschrift indienen bij de fiscus

Slide 10 - Quiz

Einde QUIZ
Op deze wereld is niets zeker,
behalve de dood en de belastingen.
Benjamin Franklin
Amerikaans staatsman en fysicus
1706-1790


Slide 11 - Slide