Hoe zijn deze alinea's verbonden?
(1)PDS staat voor een verstoring van de functie van vooral de dikke darm, en is een veel voorkomende chronische darmaandoening. Deze kenmerkt zich door buikpijn, buikkrampen, problemen met de ontlasting, een opgezette buik of winderigheid door gasvorming.
(2)Over winderigheid door gasvorming is veel bekend. Ook mensen zonder PDS zullen klachten als deze ervaren, dus last hebben van winderigheid betekent niet automatisch dat je PDS hebt.
A= herhaling
B = gebruik signaalwoord
C = overgangszinnen met verwijswoord
D = aankondigende zin