les 46 De irrealis

1 / 23
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

huiswerk: coniunctivus praesens actief van audire, jij vorm
A
audias
B
audis
C
audies
D
audiaris

Slide 4 - Quiz

Huiswerk: coniunctivus praesens passief van ducere (mk-stam), jullie vorm
A
ducaris
B
ducamini
C
duceris
D
ducemini

Slide 5 - Quiz

Je vertaalt een coniunctivus met 'laat'. Hoe is deze coniunctivus opgevat door de vertaler?
A
verbod
B
mogelijkheid
C
wens
D
aansporing

Slide 6 - Quiz

Je vertaalt een coniunctivus met 'moet'. Hoe wordt de coniunctivus dan gebruikt?
A
wens
B
twijfel
C
verbod
D
mogelijkheid

Slide 7 - Quiz

LB 22.4C

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Hoe herken je een coniunctivus imperfectum?

Slide 12 - Open question

Wat zijn de uitgangen van een coniunctivus imperfectum passief?
A
r-ris-tur-mur-mini-ntur
B
m-s-t-mus-tis-nt
C
r-ris-tur-mur-tis-ntur
D
o-s-t-mus-tis-nt

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is de definitie van een irrealis?
A
Als het uitgedrukte niet bestaat
B
als het uitgedrukte op het moment van uitspreken niet bestaat
C
als het uitgedrukte nooit zal bestaan
D
als het uitgedrukte op het moment van uitspraken niet kan bestaan

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe herken je een coniunctivus imperfectum, bijvoorbeeld rogares...

Slide 20 - Open question

Met welk woord vertaal je meestal een irrealis?
A
wou
B
moge
C
laat
D
zou

Slide 21 - Quiz

Hoe is de complete vervoeging van esse in de coniunctivus imperfectum actief?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide