coniunctivus vormen en vertaalregels

Latijn
herhaling coniunctivus
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Latijn
herhaling coniunctivus

Slide 1 - Slide

Doelen
  • je weet waaraan je een coniunctivusvorm herkent
  • je kunt een werkwoordsvorm benoemen

  • je kent de vertaalregels voor de coniunctivus
  • je kunt de goede vertaalregel kiezen

Slide 2 - Slide

De coniunctivus heeft als uitgangen -m, -s, -t, -mus, -tis, -nt
A
Nee, een -o ipv een -m
B
Ja, dit zijn alle uitgangen
C
Nee, het zijn -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur
D
Ja, maar ook -r, -ris, -tur, -mur, -mini, -ntur voor passief

Slide 3 - Quiz

vastaret
A
coni. prae
B
coni. impf
C
ind. prae
D
ind. impf

Slide 4 - Quiz

valeam
A
coni. prae
B
coni. impf
C
ind. prae
D
ind. impf

Slide 5 - Quiz

vexetur
A
coni. actief
B
coni. passief
C
ind. actief
D
ind. passief

Slide 6 - Quiz

Coniunctivus praesens
1. bij a-werkwoorden
-> A wordt E                        vocat > vocet
2. bij e/mk/i/io-werkwoorden
er komt een A bij                venit > veniat
3. bij onregelmatige werkwoorden
onregelmatig                     sum > sim
rijtjes staan in je boek en in de uitgebreidere uitleg

Slide 7 - Slide

Coniunctivus imperfectum
hele ww + uitgang

b.v. audire + tur => audiretur

dit geldt OOK voor onregelmatige werkwoorden

esse + t = esset

Slide 8 - Slide

coniunctivus
indicativus
geen van beide
possim
possum
possem
poteram
potero
potuero
posse
potui

Slide 9 - Drag question

Coniunctivus perf. actief
pf-stam + eri + uitgang

b.v. audire > audiv + eri + m => audiverim

dit geldt OOK voor onregelmatige werkwoorden

Bijna alle vormen zijn gelijk aan het futurum exactum!

Slide 10 - Slide

Coniunctivus plusq. pf. actief
pf-stam + isse + uitgang

b.v. audire > audiv + isse + m => audivissem

dit geldt OOK voor onregelmatige werkwoorden

een inf. met een uitgang lijkt op coni. impf.!

Slide 11 - Slide

Coniunctivus pf. en pl. pf. passief
PPP en vorm van esse
(zoals ook bij de indicativus)

perfectum: PPP met sim, sis, sit, ...

plusquam perfectum: PPP met essem, esses, ...

Slide 12 - Slide

coniunctivus per tijd herkennen
plusq. perf.
perfectum
imperfectum
praesens
venirent
venissent
venerint
veniant

Slide 13 - Drag question

vorming coniunctivus actief
praesens

imperfectum

perfectum

plusq. perf.
veni-a-nt

veni-re-nt

ven-eri-nt

ven-isse-nt
pr-stam + a + uitg.

inf. prae + uitg.

pf-stam + eri + uitg.

inf. perf. + uitg.

Slide 14 - Slide

coniunctivus per tijd herkennen
plusq. perf.
perfectum
imperfectum
praesens
mitteremini
missi essetis
missi sitis
mittamini

Slide 15 - Drag question

vorming coniunctivus passief
praesens

imperfectum

perfectum


plusq. perf.
mitt-a-mini

mitt-e-re-mini

miss-i sitis


miss-i essetis
stam + a + uitg.

inf. prae + uitg.

PPP en coni. prae van esse

PPP en coni. impf. van esse

Slide 16 - Slide

Coniunctivus vertaalregels
1. In bijzinnen

2. In hoofdzinnen (in de directe rede!)

Slide 17 - Slide

Coni. vertalen in bijzinnen 1
bijzin met ind.
bijzin met coni.
ut
1. zoals
2. zodra
1. (zo)dat
2. opdat, om te
ne
-
1. opdat niet, om niet te
2. dat ( na ww van bang zijn...)
cum
wanneer, toen
1. toen, nadat
2. omdat
3. hoewel

Slide 18 - Slide

Coni. vertalen in bijzinnen 2
bijzin met ind.
bijzin met coni.
si/
nisi
'gewoon'
1. mogelijkheid  teg tijd
2. irrealis (+ zou(den)) verl tijd
qui
'gewoon'
doel (+ moeten)
afh.
vraag
-
coni. verplicht
geen bijzondere betekenis
quod, quia
'gewoon'
coni. geeft aan dat het om een subjectieve reden/oorzaak gaat

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Coni. vertalen in hoofdzinnen
IND: Aliquid discimus = wij leren iets.
CONI: Aliquid discamus
1. TWIJFEL (in vraagzin): Aliquid discamus? = Moeten we iets leren?
2. WENS: Utinam discamus aliquid. = Wij zouden graag iets wilen leren (/Mogen we iets leren)
3. AANSPORING (in 'bevel' zin): Discamus aliquid! = Laten we iets leren! /VERBOD (in 'bevel' zin met ne): Ne discas! = Jij moet niet leren.
4. MOGELIJKHEID (in 'gewone' zin): Discamus aliquid. = We zouden iets kunnen leren/ we kunnen iets leren

Slide 21 - Slide

Cum Caesar interfectus esset...
A
Hoewel Caesar was gedood
B
Omdat Caesar was gedood
C
nadat Caesaar is gedood
D
terwijl Caesar wordt gedood

Slide 22 - Quiz

Ut milites intraverunt...
A
zodat de soldaten zijn binnengekomen
B
toen de soldaten binnen waren gekomen
C
zodra de soldaten binnen zijn gekomen
D
hoewel de soldaten binnen zijn gekomen

Slide 23 - Quiz

...ut poculum de solo tollerem.
A
zodra ik de beker van de grond pakte
B
zoals ik de beker van de grond pakte
C
opdat ik de beker van de grond pakte
D
om de beker van de grond te pakken

Slide 24 - Quiz

Marcum rogavimus, cur mandata non fecerit.

'fecerit' = hij/zij/het heeft gedaan (c)
Waarom staat dit in de coniunctivus?

Slide 25 - Open question

Si hoc diceres, errares.
A
mogelijkheid
B
situatie, irrealis van het heden, situatie
C
vervulbare wens in het heden
D
situatie, irrealis van het verleden

Slide 26 - Quiz

Utinam in schola essemus!
A
vervulbare wens in het heden
B
wens, irrealis van het heden
C
situatie, irrealis van het verleden
D
wens, irrealis van het verleden

Slide 27 - Quiz

Si pater domi est, nos iuvet.
A
Mogelijkheid
B
situatie, irrealis van het heden
C
vervulbare wens in het heden
D
situatie, irrealis van het verleden

Slide 28 - Quiz

Si pecuniam habuissemus, villas magnas emissemus.
A
wens, irrealis van het heden
B
wens, irrealis van het verleden
C
situatie, irrealis van het heden
D
situatie, irrealis van het verleden

Slide 29 - Quiz

Coniunctivus
praesens - vervulbare wens (heden), mogelijkheid
imperfectum - irrealis heden, wens of situatie
plusquamperfectum - irrealis verleden, wens of situatie

Slide 30 - Slide

Hoe goed kun je de coniunctivus vertalen in het Latijn?
Kies de passende foto!

Slide 31 - Poll