Bi-3M-H5.2 Sociaal gedrag

5.2 Sociaal gedrag
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

5.2 Sociaal gedrag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DEZE LES
Wat weet je nog van vorige les?
Uitleg
Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN OVER
  • sociaal gedrag
  • video's

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Slide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Dit gedrag komt tot stand door
A
inwendige prikkels
B
uitwendige prikkels
C
beide antwoorden zijn juist
D
beide antwoorden zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heten prikkels die een sterkere reactie oproepen dan normaal?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Op de gele kaartjes staan prikkels. Maar is het een uitwendige of een inwendige prikkel? Verbind de gele kaartjes met de rode. 
Inwendige prikkel
Uitwendige prikkel
Je snijdt een ui en je ogen gaan tranen
Je hebt pijn in je keel
Je hoort een auto voorbij rijden 
Op de fiets voel je koude wind

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is GEEN voorbeeld van een inwendige prikkel
A
Motivatie om iets te doen
B
Enthousiasme voor de toets morgen
C
Reageren op een luchtalarm
D
Hormonen die zorgen voor puberaal gedrag

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In een dierentuin beginnen wolven vaak te janken als zij het geluid van een sirene horen.
Is het janken een voorbeeld van een prikkel of een respons?
A
prikkel
B
respons

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Je krijgt een impuls als de prikkel onder de drempelwaarde blijft.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de drempelwaarde van je gehoor als je je concentreert om goed te luisteren?

A
De drempelwaarde wordt hoger.
B
De drempelwaarde wordt lager.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het type prikkel waar een zintuig gevoelig voor is?
A
Drempelwaarde
B
Gewenning
C
Motivatie
D
Adequate prikkel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

geluiden
lichaamshouding
kleuren
spergedrag

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Prikkel/respons
Sleep de stukjes tekst naar de juiste plek
respons
prikkel
Je ruikt een gaslucht
Je schrikt
Je loopt naar het gasfornuis
Je ziet dat de gasknop open staat
Je draait het gas uit

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

5.2 Leerdoelen
  1. Wat is Sociaal gedrag
  2. Waarvoor hebben dieren een territorium
  3. Hoe gedragen dieren zich in hun territorium
  4. Welk gedrag hoort bij voortplanten
  5. Hoe leven dieren in een groep

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5.2 Begrippenlijst
  1. Sociaal gedrag-territoriumgedrag-voortplantingsgedrag-groepsgedrag
  2. Territorium-afbakenen-territoriumgedrag
  3. Aanvalgedrag-vluchtgedrag-dreiggedrag
  4. Baltsgedrag-broedzorg-voortplantingsgedrag
  5. Taakverdeling-dominant-onderdanig-rangorde-pikorde
Zie blz. 213-215

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Uitleg

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

5.2 Sociaal Gedrag
Omgaan met soortgenoten is Sociaal gedrag. Of het nou gaat om paren, vechten of elkaar voedsel brengen.

Er zijn grofweg 3 soorten sociaal gedrag:
  • Territorium gedrag
  • Voortplantingsgedrag
  • Groepsgedrag

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Sociaal gedrag
territoriumgedrag
voortplantings-gedrag
groepsgedrag

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Territoriumgedrag
Veel soorten hebben een territorium (eigen gebied)
territorium = voedsel en ruimte voor voortplanting

gedragssysteem territoriumgedrag:
- afbakenen (geluid, geur)
- verdedigen (aanvallen, vluchten, dreigen)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Territorium- gedrag
Aanvalsgedrag: Ter verdediging van eigen territorium

Vluchtgedrag: Vaak vlucht de uitdager, of de verliezer van het gevecht

Dreiggedrag: gedrag dat vaak wordt laten zien bij de grens van een territorium

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Territoriumgedrag
Afbakenen grenzen territorium
geluiden
geurvlaggen
Verdedigen territorium
aanval
vluchten
dreigen

Slide 23 - Slide

Ratelslangen worstelen, zonder elkaar dodelijk te verwonden (ritual).
Neushoornkever gevecht.
Overspronggedrag
Is de motivatie voor aanvallen en vluchten even sterk, dan kan een dier gedrag vertonen dat eigenlijk niet bij de situatie past.

Voorbeeld: Een hond gaat zich krabben en vlucht.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Voortplantingsgedrag
Voortplantingsgedrag is gedrag dat te maken heeft met voortplanting. Bijvoorbeeld:
  • baltsgedrag (voorbeelden volgende dia)
  • broedzorg
  • de paring

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Groepsgedrag
  • Samenwerken om prooi te vangen.
  • Het dominante dier is de baas over de onderdanige dieren in de groep.
  • Rangorde: een groep met dominante en onderdanige dieren, waar iedereen zijn plek kent.
  • Een rangorde brengt rust in de groep, de regels zijn duidelijk. 
  • Bij kippen heet de rangorde: pikorde.

Dominant
Dominant
Onderdanig gedrag

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Samenwerken (coöperatief gedrag)
  1. Een groep wilde honden doden samen een veel groter dier.
  2. Een groep witte pelikanen vangen samen een schol vissen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

Groepsgedrag, samenwerken om een prooi te vangen.
Orca's jagen in groepen.
0

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Wie staat er bovenaan
in de rangorde?
A
Cas
B
Sal
C
Stijn
D
Alex

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Zelfstandig werken
5.2 opdracht 2,4 ,6 ,8, 13, 17, 18

Klaar?
- Nakijken
- Samenvatten/begrippenlijst maken 5.2

Slide 34 - Slide

This item has no instructions