2.4 Vorsten met absolute macht





2.4 vorsten met absolute macht
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson





2.4 vorsten met absolute macht

Slide 1 - Slide

Planning
  • HW controle p3
  • herhaling p3
  • Leerdoelen 2.4
  • Uitleg 2.4  

Slide 2 - Slide

Hoe werd de Republiek bestuurd en waarom was dat bijzonder in die tijd?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe koningen sinds de late middeleeuwen meer macht probeerden te krijgen.
  • Je kunt uitleggen wat absoluut bestuur is en hoe dat functioneerde in Frankrijk.
  • Je kunt enkele gevolgen noemen van de invoering van absoluut bestuur in Rusland.

Slide 4 - Slide

Koningen willen meer macht
  • 17e eeuw: Meeste landen monarchie
  • Monarchie = vorm van bestuur met een koning aan het hoofd
  • Koningschap = Erfelijk




Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vroege Middeleeuwen
-> koningen zwak

  • Weinig geld, afhankelijk van adel voor bijv. soldaten.
  • Adel werden leenmannen die de koning niet altijd trouw waren.

Late Middeleeuwen
-> macht koningen neemt toe.

  • Koningen probeerden macht adel te verkleinen.
  • Door opkomst handel en steden meer geld in omloop.
  • Koningen gingen belastingen heffen, zodat ze ambtenaren en soldaten (huurlingen) in dienst konden nemen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Franse koning
Lodewijk XIV
  • Halverwege 17e eeuw
    --> absolute macht
  • Absolutisme = vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft

Slide 12 - Slide

Franse koning
Lodewijk XIV
  • Hij nam alle besluiten, bijvoorbeeld over nieuwe wetten en belastingen.
  • Hij was de baas van alle ministers en ambtenaren, die zijn besluiten uitvoerden.
  • Hij was de hoogste rechter; wie niet deed wat hij wilde, werd uiteindelijk door hem bestraft.

Slide 13 - Slide

Lodewijk gebruikte verschillende manieren om zijn macht te behouden. 

Ga opzoek naar drie redenen. 
Paragraaf 2.4 blz 87
'Lodewijk XIV krijgt absolute macht'

Slide 14 - Slide

  • Besturen vanuit Versailles
  • Belasting heffen
  • Wetten maken
  • 'Zonnegod'
  • Adel in Versailles wonen --> iedereen in de gaten houden
  • Groot leger

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Absolutisme was normaal
  • Koning macht van god gekregen 
  • Koning was hierdoor onaantastbaar

  • Lodewijk XIV niet enige machtige koning
  • Zweden, Oostenrijk, Rusland en Pruisen volgde zijn voorbeeld

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Rusland
  • Tsaar Peter de Grote 
  • Rusland liep achter op rest Europese landen
  • Liet zich bijscholen... sindsdien:
  • Haven laten aanleggen
  • Academie voor zeelui
  • Groot leger
  • Veel land veroverd.

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken 2.4
Maken opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6,7 en test jezelf
VWO ook 8 en 9
+
schriftelijk leren en begrippen

Slide 20 - Slide

2.5 onderzoek doen
V.1.1. (blz 8)
Onderzoeksvraag -> 3 w's 
Wat of Wie, wanneer en waar

Maken opdracht 1, 3, 9, 10 op blz 91

Slide 21 - Slide

Wat is een beschrijvende vraag?

Slide 22 - Open question

Wat is een verklarende vraag?

Slide 23 - Open question

Wat is een vergelijkende vraag?

Slide 24 - Open question

Welke koning wordt ook wel de zonnekoning genoemd?
A
Peter de Grote
B
Willem van Oranje
C
Lodewijk XIV

Slide 25 - Quiz

Hoe werd Lodewijk XIV rijker?
A
Belasting
B
Geld lenen van andere landen

Slide 26 - Quiz

Hoe heette de vorst van Rusland
A
Lodewijk de XIV
B
Peter de Grote

Slide 27 - Quiz

Het bestuur van de Republiek was bijzonder omdat het geen koning had
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Wie hadden de macht in de republiek
A
Koning
B
Adel
C
Regenten

Slide 29 - Quiz

Wie had de leiding over het leger
A
Stadhouder
B
Raadspensionaris

Slide 30 - Quiz

Wanneer was het rampjaar?
A
1672
B
1650

Slide 31 - Quiz

wat is absolutisme
A
Iedereen heeft macht
B
Alleen de regenten hebben macht
C
De koning heeft alle macht

Slide 32 - Quiz

een monarchie is een land waar de koning de macht heeft
A
Juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Welk begrip zie je hier?
A
Oostzeevaart
B
Handelskapitalisme
C
Driehoekshandel
D
VOC

Slide 34 - Quiz