This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
2.4 - Vorsten met absolute macht
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
een gebied dat zichzelf bestuurt
aanvoerder van het leger van de Republiek
hier kwamen bestuurders samen om beslissingen te maken op landsniveau
manier van nieuwe leden benoemen voor het bestuur van de Republiek
hoogste ambtenaar van het gewest Holland en daarmee de hele Republiek
een bestuurder van een stad of gewest in de Republiek
Staten-Generaal
raadspensionaris
regent
gewesten
coöptatie
stadhouder
Slide 3 - Drag question
Vorsten met absolute macht
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen hoe koningen sinds de late middeleeuwen meer macht probeerden te krijgen.
je kunt uitleggen wat absoluut bestuur is en hoe dat functioneerde in Frankrijk.
Je kunt enkele gevolgen noemen van de invoering van absoluut bestuur in Rusland.
Je kunt uitleggen waarom de Engelse koning geen absolute macht had.
Slide 4 - Slide
Situatie in de middeleeuwen
Monarchie/Monarch?
Centraal bestuur?
Leenmannen/Edelen (vorig schooljaar)?
Slide 5 - Slide
Koningen willen meer macht
17e eeuw: Meeste landen monarchie
Monarchie = vorm van bestuur met een koning aan het hoofd
Koningschap = Erfelijk
Eerst afhankelijk van adel: geld en leger (feodale stelsel)
Door belasting te heffen --> niet meer afhankelijk van geld adel
Zo meer macht (denk aan centralisatie Karel V)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV is de hoofdpersoon van par. 2.4
We bekijken het filmje en daarna beantwoorden we de vraag: 'wat valt je op aan Lodewijk XIV'
Slide 11 - Slide
Absoluut vorst: Lodewijk XIV (1)
Absolutisme: de vorst heeft alle macht.
Droit divin: De vorst heeft de macht van God gekregen en hoeft alleen verantwoording af te leggen aan God.
In Frankrijk was de vorst een monarchie: een (erfelijke) koning bestuurt het land.
Slide 12 - Slide
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XIV
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
"De staat, dat ben ik."
Slide 13 - Slide
Absoluut vorst: Lodewijk XIV
De adel moest in Versailles komen wonen.
Politiek: Er werd een staatsleger ingevoerd.
Economisch: Heffen van centrale belastingen en mercantilisme.
Cultureel: Alle Fransen moesten katholiek zijn.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Absoluut vorst: Peter de Grote
Rusland liep economisch achter.
Peter de Grote liet zich bijscholen in Europa, Nederland
In Rusland liet hij wegen aanleggen en kanalen graven, naar Nederlands voorbeeld. Hij trainde soldaten.
Liet een nieuwe stad bouwen: Sint-Petersburg.
Slide 19 - Slide
Geen absoluut vorst: Engeland
Het parlement verzette zich tegen de absolute macht van de Engelse koning. Parlement was een vergadering van geestelijken, edelen en machtige burgers.
Koning Karel I werd afgezet, Karel II moest al zijn besluiten goed laten keuren door het parlement.
Jacobus II wilde alle macht, maar werd verdreven door stadhouder Willem III. Willem III werd koning, op voorwaarde dat hij geen besluiten nam zonder het parlement.
Slide 20 - Slide
Glorious Revolution
Jacobus II: katholiek koning in een protestants Engeland
Engelse adel vreest godsdienstvervolgingen
1688: Glorious Revolution= beperking macht koning
Stadhouder Willem III verdrijft Jacobus en wordt vorst van Engeland