3.1 klassikaal

De Middeleeuwen
Tijdvak 3 Tijd  van monniken en ridders
500-1000

3.1 - Leenheren, leenmannen en horigen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen
Tijdvak 3 Tijd  van monniken en ridders
500-1000

3.1 - Leenheren, leenmannen en horigen

Slide 1 - Slide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
9. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
12. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
Leer ze uit je hoofd!

Slide 3 - Slide

Aan de slag!

Aan de slag met de skilltree
of meedoen met de klassikale les.

Kies maar!

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.1 (blz 61)
1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde. 
2. Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden. 
3. Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late negende en tiende eeuw.  
4. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.

5. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren

6. Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Kenmerkende aspecten:

10. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.

11. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde
Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren
Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden. 
Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.
Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.
Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late negende en tiende eeuw. 

Slide 7 - Drag question

1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na de val van het Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.

Slide 8 - Slide

Het vroegmiddeleeuwse koningschap
  • Germaanse volken o.l.v. krijgsheren dringen het R.R. binnen.
  • Dappersten worden vaak koning .
  • koningschap wordt erfelijk. (rijk wordt soms verdeeld tussen verschillende zonen....kon er bloederig aan toe gaan....)
  • Romeins bestuursysteem was niet houdbaar en verdween.
  • Karel de Grote (keizer in 800) nam maatregelen om zijn grote rijk te kunnen besturen (paltsen).

Slide 9 - Slide

2. Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden. 

Slide 10 - Slide

2. Je weet wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden. 
  • Leenheer en leenman/vazal
  • Hoge adel - lage adel
  • ook de geestelijkheid pikte een graantje mee en kon leenheer en leenman zijn.
  • Vazallen: zijn trouw aan de leenheer 
Versterkt dit systeem de macht van de leenheer of verzwakt dit juist?

Slide 11 - Slide

3. Je kunt de oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht in de late negende en tiende eeuw. 

Slide 12 - Slide

Deling van het rijk
  • 843 kleinzonen Karel de Grote verdelen het rijk.
  • Verbrokkeling van de macht
  • Leenmannen doen ook erfopvolging, dit was niet afgesproken! Mocht niet!
  •  Macht van koning neemt af ten gunste van de hertogen en graven.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

4. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een landbouwsamenleving werd.

Slide 15 - Slide

Landbouwsamenleving
  • Klassieke oudheid: landbouw-stedelijke samenleving (Agrarisch-Urbaan).
  • Middeleeuwen: Landbouwsamenleving, zelfvoorzienend (Autarkisch)
  • Oorlogsgeweld/epidemieën na val R.R. 
  • Handel nam af, onveilige wegen.

Slide 16 - Slide

5. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren

Slide 17 - Slide

Boeren gebonden aan de grond.
  • Boeren waren gebonden aan de grond.
  • vrije boeren
  • als  een vrije boer kiest voor veiligheid en wordt een pachtboer/ horige.
  • lijfeigenen = slaven

Slide 18 - Slide

6. Je kunt uitleggen dat domeinen via het hofstelsel zelfvoorzienend waren.

Slide 19 - Slide

Het domein
  • Het landgoed van de leenheer / klooster, incl bos, weide, akkers ed.
  • hofstelsel: deel direct voor de heer /  deel bewerkt door pachters/horigen.
  • zelfvoorzienend / autarkisch, want er was weinig handel tussen domeinen onderling.
Vroonland
Land direct van de heer, werd meestal bewerkt door de lijfeigenen. Hierop staan ook de woning van de heer, de opslagruimten en plaatsen om de oogst te bewerken, molen, bakkerij etc.
De hof
De woning, vaak ommuurd of versterkt, waar de heer en zijn familie wonen.
Hoeven
De boerderijen van de horigen en de weinig vrije boeren.

Slide 20 - Slide

Aan de slag
1. Maken Kennen en Kunnenlijst van 3.1. 
blz 61  stelling:  1 t/m 6

Klaar?

2. Maak de opdrachten par 3.1:  1, 3, 4, 6, 8 en 10 op blz 51-52 of online via de site

Slide 21 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open question

huiswerk!

Maak de opdrachten, samenvatting en de zelftest af.

van par 3.3

Slide 24 - Slide