24/25 17 jan b1b

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

• les devoirs - battle
• inkijken toets
• le verbe aller

Le but: à la fin de ce cours:

• heb ik geoefend met het werkwoord aller
• snap ik de futur proche

Les devoirs

Battle apprendre 6

Inkijken toets

Welke werkwoorden hebben we geleerd?

zijn

hebben

regelmatige ww -er

Werkwoord aller blz 118

je vais

tu vas

il va

nous allons

Vous allez

Ils vont

Het werkwoord aller

Wat weet je nog

Schrijf het rijtje op voor jezelf

Ils/elles sont - zij zijn

ils / elles ont - zij hebben

ils/ elles vont - zij gaan

tu es - jij bent

tu as - jij hebt

tu vas - jij gaat

il a - hij heeft

il va - hij gaat

nous avons - wij hebben

nous allons - wij gaan

vous avez - jullie hebben

vous allez - jullie gaan

Hoe nooit meer vergeten?

Door er veel mee te oefenen

Door de rijtjes goed uit je hoofd te leren!

Makkelijk? doe het eerst zonder je boek, kijk daarna na

Moeilijk? Pak je boek erbij op blz. 134

toekomst (futur proche)

ik ga spelen: je vais jouer

hij gaat eten: il va manger

wij gaan praten: nous allons parler

GOEDE VORM VAN ALLER + EEN HEEL WERKWOORD

futur proche - je - parler

1. je vais parler
2. je vais parle
3. je parle

Nous ____________ (gaan spelen) de la guitare.

1. jouons
2. jouer
3. allons jouons
4. allons jouer

parler, futur proche:
il ...

En nog een paar vragen

om te oefenen met het werkwoord aller

Je vais

Ils/elles vont

Nous allons

On va

Vous allez

Il/elle va

Tu vas

Hij/zij gaat

Ik ga

Jullie gaan

U gaat

Wij gaan

Jij gaat

Men gaat, we gaan

Zij gaan

Comment ...-tu?

1. vais
2. va
3. vas
4. vont

Demain elles __________ à paris avec leur mère

1. vont
2. va
3. allons
4. allez

Vul de goede vorm van 'aller' in:
on ...

1. vas
2. va
3. allons
4. allez

Je

Vous

Nous

Tu

Pauline

Oscar et Pierre

Vais

Allons

Allez

Vas

Va

Vont

Au travail - les devoirs

Maken 8b, 8c, 8e

blz 118 en 119

AANPASSING DATUM MO

Niet maandag 3 maart, wel donderdag 6 maart

Vertel 5 zinnen. Il y a - dans - je vois - à gauche - à droite - sous - sur - à coté de - en face de

Leerlingen bedenken ieder een zin in hun hoofd. 

Ik heb kort de+ le - du en de la uitgelegd na afloop. Geen stress voor tijdens mondeling, maar als ze er aan toe zijn, kunnen ze het goed gebruiken. Eventueel aantekening laten maken in schrift (als leerling eraan toe is).

2 tallen MO oefenen

Wat? Je schrijft allebei 5 zinnen over het plaatje wat je ziet

Klaar? Lees het verhaal voor aan je klasgenoot

Wat doet klasgenoot? Wissel van rol!

- beoordeelt je presentatie m.b.v. feedbackformulier

- Stelt een extra vraag

Klaar? Wie durft zonder voor te lezen voor de klas zijn tekst te zeggen?

Vertel 5 zinnen. 

Il y a - dans - je vois - à gauche - à droite - sous - sur - à coté de -

en face de