Bezwaar en beroep tegen een besluit hebben in het bestuursrecht
geen schorsende werking (art. 6:16 Awb). Dat betekent dat in de tijd tussen een besluit en een uitspraak na bezwaar of beroep bijvoorbeeld kan worden gesloopt of gekapt.
Als er snel een uitspraak moet komen, kan een spoedprocedure worden ingesteld, waarin een voorlopige voorziening wordt getroffen.
De rechter doet dan een tijdelijke uitspraak, voor de duur van de (bodem)procedure
Een spoedprocedure is alleen mogelijk indien:
de bodemprocedure is gestart, er sprake is van een spoedeisend belang en
een duidelijke maatregel wordt gevraagd.
De voorzieningenrechter van de rechtbank die in de bodemprocedure bevoegd is, is competent (bevoegd)