1BK - 3.3 - Planten

3.3 planten
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.3 planten

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Uitleg planten en de indeling.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Slide

Sleep de dieren naar het juiste vak.
Ongewervelden
Gewervelden

Slide 3 - Drag question

Een organisme met droge schubben is een...
A
Vis
B
Amfibie
C
Reptiel
D
Zoogdier

Slide 4 - Quiz

Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren

Slide 5 - Drag question

Kreeftachtigen
Reptielen
Stekelhuidigen
Weekdieren

Slide 6 - Drag question

leerdoel

3.3.6 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 7 - Slide

De rijken

Slide 8 - Slide

planten
Rijk: planten.

cellen:
  • Celkern
  • Bladgroenkorrels
  • Celwand. 


Slide 9 - Slide

Ordening
Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten

Twee groepen:
  • Sporenplanten
  • Zaadplanten

Slide 10 - Slide

sporenplanten
  • Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.

  • Planten zich (net zoals schimmels) voort doormiddel van sporen. 

  • We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Slide 11 - Slide

Sporen
Enkelvoud = Spore

<- Mos
Mosplantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Slide 12 - Slide

Sporenhoopjes
Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Slide 13 - Slide

zaadplanten
Hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.

Voortplanting vind plaats met zaden.

Slide 14 - Slide

Voortplanting zaadplant
Zaadplanten hebben bloemen, waaruit vruchten met zaden ontstaan.
Uit een zaad kan weer een nieuwe plant groeien.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

overzicht

Slide 17 - Slide

Spore
Sporenhoopje
Sporendoosje
Sporenplant
Zaadplant
Cel waaruit een nieuwe plant kan ontstaan
Aan de onderkant van het blad waarin bij varens sporen ontstaan
Op een steeltje waarin bij mossen sporen ontstaan
Een groep planten met bloemen
Een groep planten zonder bloemen

Slide 18 - Drag question

Zelfstandig werken
Wat?  Lees blz. 171 en 172 en maak opgave 1 t/m 8
Hoe?  Je mag fluisterend overleggen binnen je groep.
Hulp? Boek, buur bureau
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.
Klaar? Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 19 - Slide