les 2: voltooid- /onvoltooid deelwoord

Werkwoordspelling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Deze les
Voltooid deelwoorden
Onvoltooide deelwoorden








Slide 3 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 4 - Slide

[dwalen] je zusje daar helemaal alleen door het bos. (PVTT)

Slide 5 - Open question

Emma [beroven] oude vrouwtjes bij de vijver in het park. (PVVT)

Slide 6 - Open question

Onvoltooid deelwoord (od)
  • Een onvoltooid deelwoord geeft aan HOE iemand bezig is.                 
  • Huilend liep de leerling de klas uit.
  • Een onvoltooid deelwoord maakt GEEN deel uit van het werkwoordelijk gezegde.                                                                                                                                    Ik wil juichend over de finishlijn gaan

  • Je spelt het onvoltooid deelwoord als 'infinitief + d' (soms + 'de')

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoord (vd)
  • Heeft altijd een hulpwerkwoordvan 'hebben', 'zijn' of 'worden' bij zich.      
  • Ik heb iets gevonden.                                                                                                          
  • Jij wordt geridderd.                                                                                                 
  • Mevrouw De Vries is door meneer Van Vliet gepest.
  • VD van sterke ww: vergeet de 'n' op het eind niet. Gelopen
  • VD van zwakke ww: pak 't ex-kofschip er eventueel bij. Gewerkt

Slide 8 - Slide

Marie viel stikkend van het lachen van haar stoel. 'stikkend'=
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Onvoltooid deelwoord (OD)
Jan rende [schreeuwen] naar zijn moeder toe.

Slide 10 - Open question

od
Al [roeren] in de pan nam mijn moeder de telefoon aan.

Slide 11 - Open question

vd
Die jongen uit 5F is vanaf een rots het water in [duiken].

Slide 12 - Open question

Welk onderdeel heb je goed onder de knie en welk onderdeel vind je nog lastig?

Slide 13 - Open question

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 14 - Quiz

Bedenk nu zelf een zin met een voltooid deelwoord

Slide 15 - Open question

Bedenk nu zelf een zin met een onvoltooid deelwoord.

Slide 16 - Open question

Snap jij het verschil tussen het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord?

Slide 17 - Open question

Huiswerk
Schrijf op de volgende slide een brief aan je buurman/buurvrouw.

In de brief schrijf je natuurlijk iets liefs en vertel je over jouw weekend.

Zorg dat er minimaal 3 voltooid en 3 onvoltooid deelwoorden voorkomen in je brief. Onderstreep deze.

Slide 18 - Slide

Brief aan buurman/buurvrouw

Minimaal 3 voltooid en 3 onvoltooid deelwoorden.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video