This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Deze les
Voltooid deelwoorden
Onvoltooide deelwoorden
Slide 2 - Slide
Voltooid deelwoord (vd)
Heeft altijd een hulpwerkwoordvan 'hebben', 'zijn' of 'worden' bij zich. Ik heb iets gevonden. Jij wordt geridderd. Mevrouw De Vries is door meneer Van Vliet gepest.
VD van sterke ww: vergeet de 'n' op het eind niet. Gelopen
VD van zwakke ww: pak 't ex-kofschip er eventueel bij. Gewerkt
Slide 3 - Slide
Onvoltooid deelwoord (od)
Een onvoltooid deelwoord geeft aan HOE iemand bezig is. Huilendliep de leerling de klas uit.
Een onvoltooid deelwoord maakt GEEN deel uit van het werkwoordelijk gezegde. Ik wiljuichendover de finishlijn gaan.
Je spelt het onvoltooid deelwoord als 'infinitief + d' (soms + 'de')
Slide 4 - Slide
Marie viel stikkend van het lachen van haar stoel. 'stikkend'=
A
voltooid deelwoord
B
onvoltooid deelwoord
Slide 5 - Quiz
Onvoltooid deelwoord (OD) Jan rende [schreeuwen] naar zijn moeder toe.
Slide 6 - Open question
od Al [roeren] in de pan nam mijn moeder de telefoon aan.
Slide 7 - Open question
vd Die jongen uit 5F is vanaf een rots het water in [duiken].
Slide 8 - Open question
Bedenk nu zelf een zin met een voltooid deelwoord
Slide 9 - Open question
Bedenk nu zelf een zin met een onvoltooid deelwoord.