What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H2.3 Massa's van bouwstenen
H2.3 Massa's van bouwstenen
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H2.3 Massa's van bouwstenen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Stil lezen
10 Min Stil lezen H2.3 en/of opdrachten maken
Maken Les 1: 33, 34, 35, 39, 40
Maken Les 2: 42, 44 of 45, 47, 48 of 49
Maken Les 3: Beg.lesboekje 9 t/m 12
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Instructie
Les 1:
Atomaire massa-eenheid (u)
Relatieve atoommassa (A
r
)
Relatieve Molecuulmassa (M
r
)
Afronden op significantie
Massapercentage (Les 2)
Slide 4 - Slide
Atomaire massa-eenheid
De Atomaire massa-eenheid wordt uitgedrukt in u
Atomen zijn namelijk hééééééééél klein,
de massa is dus ook hééééééééél klein.
Vandaar een aparte eenheid (u)
Slide 5 - Slide
Atomaire massa-eenheid
(zie ook BINAS Tabel 7B)
Een zuurstofatoom heeft een Relatieve atoommassa van
16,00 u
Hoeveel kg weegt dan 1 zuurstof atoom?:
1
6
,
0
0
⋅
1
,
6
6
⋅
1
0
−
2
7
k
g
=
2
,
6
5
6
⋅
1
0
−
2
6
k
g
1
u
=
1
,
6
6
⋅
1
0
−
2
7
k
g
Slide 6 - Slide
Atoommassa berekenen - Significantie
1
u
=
1
,
6
6
⋅
1
0
−
2
7
k
g
Tabel
Relatieve atoommassa
De relatieve atoommassa (
A
r
):
De gemiddelde atoommassa van het isotopen mengsel, zoals dat in de natuur voorkomt.
Vuistregel
Afronden bij optellen en aftrekken van
meet
waarden:
In de uitkomst van de berekening staan net zoveel decimalen als in de gemeten waarde met het
kleinste aantal decimalen
.
Voorbeeld
Stel een atoom heeft 2 protonen, 2 neutronen en 2 elektronen. Wat is dan de atomaire massa van dit atoom?
Antwoord
(2 x 1,0) + (2 x 1,0) + (2 x 0,00055) = 4,0011 u
Afronden op 1 decimaal (want cijfer met minste decimalen is 1,0 => 1 decimaal achter de komma).
Antwoord is dan:
Dit atoom weegt 4,0 u
De massa van de elektronen blijkt verwaarloosbaar klein!
Slide 7 - Slide
Relatieve Molecuulmassa (M
r
)
Wat is de
M
r
van onderstaande afbeelding?
Schrijf de formule op van onderstaande afbeelding.
1.
1.
C
4
H
10
Zoek de atoommassa op van de atomen die voorkomen in C
4
H
10
.
2.
2.
Atoommassa van C is: 12,01 u
Atoommassa van H is: 1,008 u
Bereken nu de molecuulmassa.
3.
3.
De relatieve molecuulmassa is dan:
(4 * 12,01) + (10 * 1,008) = 58,12 u
Slide 8 - Slide
Volgende les:
Rekenen met massapercentage
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werken + HW
Lees H2.3 Massa's van bouwstenen
Leer dikgedrukte woorden
Maak opdracht:
Les 1: 33, 34, 35, 39, 40
Les 2: 42, 44 of 45, 47, 48 of 49
Les 3: Beg.lesboekje 9 t/m 12
Slide 10 - Slide
Massapercentage
Wat is het massapercentage waterstof in zwavelzuur (H
2
SO
4
)?
Massa 2 H-atomen = 2 * 1,008 = 2,016 u
Massa 1 S-atoom = 1 * 32,06 = 32,06 u
Massa 4 O-atomen = 4 * 16,00 =
64,00 u +
Massa H
2
SO
4
= 98,076 u
Invullen: (2,016/98,076)*100 = 2,0555 = 2,06 %
Slide 11 - Slide
Nu jullie:
Wat is het massapercentage zuurstof in ethanol (C
2
H
5
OH)?
Massa 2 C-atomen = 2 * 12,01 = 24,02 u
Massa 6 H-atomen = 6 * 1,008 = 6,048 u
Massa 1 O-atoom = 1 * 16,00 =
16,00 u +
Massa C
2
H
5
OH = 46,068 u
Invullen: (16,00 / 46,068) * 100 = 34,73%
Slide 12 - Slide
Zelfstandig werken + HW
Lees H2.3 Massa's van bouwstenen
Leer dikgedrukte woorden.
Maak opdracht:
Les 1: 33, 34, 35, 39, 40
Les 2: 42, 44 of 45, 47, 48 of 49
Les 3: Beg.lesboekje: 9 t/m 12
Slide 13 - Slide
In welke eenheid drukken we de massa van moleculen uit?
A
Atoomnummer
B
Relatieve atoommassa
C
Atomaire massa-eenheid
D
Protonenmassa
Slide 14 - Quiz
Een atoom heeft 2 protonen, 3 neutronen en 3 elektronen. Wat is de massa van het atoom?
A
-3 u
B
-1 u
C
5 u
D
7 u
Slide 15 - Quiz
Welke deeltjes binnen het atoom zorgen voor de massa?
A
De protonen
B
De neutronen
C
De elektronen
D
De protonen en neutronen samen
Slide 16 - Quiz
Hoeveel neutronen heeft een atoom met een massa van 31 u en een atoomnummer van 15
A
15
B
16
C
31
D
46
Slide 17 - Quiz
Natrium bestaat uit 11 protonen, 11 elektronen en 12 neutronen. Wat is de massa van 1 atoom natrium in kg?
1
u
=
1
,
6
6
⋅
1
0
−
2
7
k
g
A
B
C
D
Slide 18 - Quiz
A
100,16 u
B
29,02 u
C
180,16 u
D
120,11 u
Slide 19 - Quiz
A
16,3%
B
32,7%
C
65,3%
D
45,1%
Slide 20 - Quiz
Wat is het massapercentage waterstof in aceton?
A
100%
B
10,41%
C
89,59%
D
27,55%
Slide 21 - Quiz
A
7%
B
40%
C
45%
D
20%
Slide 22 - Quiz
Wat is het massapercentage waterstof in ethanol?
A
Ik weet niet wat ethanol is
B
26,2%
C
6,5%
D
13,1%
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
More lessons like this
H2.3 Massa's van bouwstenen
September 2024
- Lesson with
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
July 2024
- Lesson with
11 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
September 2024
- Lesson with
11 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
July 2023
- Lesson with
11 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H2.3 Massa's van bouwstenen
October 2022
- Lesson with
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
October 2024
- Lesson with
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
September 2024
- Lesson with
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.3 Massa's van bouwstenen
3 days ago
- Lesson with
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4