t&t-pro3-les 3/4-huisje maken en greenhouse effect

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

allereerst
  1. jas uit
  2. laptop op tafel, maar nog even dicht.
  3. tas in de kast 

Slide 2 - Slide

deze les
laser cut huisje designen

les global warming

Slide 3 - Slide

model huisje
Je gaat straks in Tinckercat een huisje bouwen

Slide 4 - Slide

Wat moet ik maken?
eerst schets je op papier hoe je uitslag eruit moet zien en daarna maak je dit in Tinckercat.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

de eisen
  • Het huis moet een aan de onderkant een kubus zijn van minimaal 15 bij 15 bij 15, 
  • een punt dak hebben 
  • en een raam van minimaal 12cm2 groot

Slide 8 - Slide

extra
een laser cutter kan snijden maar ook graveren. 

heb je tijd taken er dan bakstenen/deur en ramen in.

Slide 9 - Slide

succes
Je hebt nog 50 minuten
timer
50:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Het broeikas effect
  • De aarde krijgt zijn warmte van zon(licht)
  • De gassen in de atmosfeer zijn als een 'deken' die de warmte vasthoudt.
  • Dit noemen we het broeikaseffect

Slide 12 - Slide

Het versterkte broeikas effect
  • Door het verbranden van fossiele brandstoffen (olie en gas) komt er steeds meer CO2 in de lucht
  • Hierdoor gaat de atmosfeer meer warmte vasthouden en warmt de aarde op
  • Dit is het versterkte broeikaseffect :(

Slide 13 - Slide

Verbranding

Als een stof snel en met vlammen reageert met zuurstof uit de lucht, zeg je dat die stof verbrandt.


Er zijn 3 brandvoorwaarden:

Slide 14 - Slide

Twee soorten vlammen

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding


Slide 15 - Slide

Waarom verbrand je brandstof?

Slide 16 - Slide

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
 - koolstofdioxide
onvolledige verbranding
- koolstofmonooxide
  • giftig 
  • geurloos
  • kleurloos

Slide 17 - Slide

Hoeveelheid zuurstof
.
Is er ruim voldoende zuurstof beschikbaar, dan is er volledige verbranding.

Zo niet, dan is er een onvolledige verbranding.


Slide 18 - Slide

Fossiele brandstof:
aardolie
aardgas
steenkool

Slide 19 - Slide

Brandstoffen
Enkele V oorbeelden van brandstoffen zijn:

* aardgas (fossiele brandstof)
* aardolie (fossiele brandstof)
* steenkool (fossiele brandstof)
* hout
* benzine
* spiritus

Slide 20 - Slide

Wat is geen voorbeeld van een fossiele brandstof?
A
aardgas
B
aardolie
C
zonne-energie
D
steenkool

Slide 21 - Quiz

Gevolgen voor het milieu
  • In elektriciteitscentrales wordt veel fossiele brandstof verbrand.
  • Daarbij komen rookgassen vrij en zijn schadelijk voor het milieu.
  • Zwavelgas, stikstofgas, koolstofdsioxide
  • De uitstoot van koolstofdioxide draagt bij aan het versterkte broeikaseffect.

Slide 22 - Slide