Met een weerstandje kun je de spanning en de stroomsterkte die een batterij of accu levert verdelen over de verschillende onderdelen in een schakelschema (printplaat)
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 2 - Slide
De weerstand bepalen/berekenen
2. De kleurencodes aflezen van de weerstand.
In de praktijk zal de waarde van de weerstand afwijken van theoretische waarde: tolerantie
Bij goud is dat 5%.
5% van 1000 = 50 Ω
R = 1000 Ω
9.1 Werken met weerstandjes
In de praktijk mag de waarde van de weerstand tussen de 950 Ω en 1050 Ω zitten.
Slide 3 - Slide
9.1 Werken met weerstandjes
Bereken de vervangingsweerstand.
Bereken de stroomsterkte die de batterij levert.
Bereken de spanning over weerstand 1 en weerstand 2.
It=I1=I2=...
Ub=U1+U2+...
Rv=R1+R2+...
R=IU
Slide 4 - Slide
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 5 - Slide
De regelbare weerstand
Een weerstand waarvan je de grootte zelf kunt bepalen.
potentiometer
potmeter
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 6 - Slide
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 7 - Slide
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 8 - Slide
Een temperatuursensor: NTC
Een NTCis een temperatuursgevoelige weerstand.
De weerstand hangt af van de temperatuur (hoeveelheid warmte).
Hoe hoger de temperatuur, des te kleiner is de weerstand, des te groter de stroomsterkte.
Voorbeeld: thermostaat
(digitale thermometer)
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 9 - Slide
Een lichtsensor: LDR
Een LDR is een licht gevoelige weerstand.
De weerstand hangt af van de hoeveelheid licht.
Hoe meer licht op de LDR valt, des te kleiner is de weerstand, des te groter de stroomsterkte.
Voorbeeld: flitser in een mobiel, buitenlamp, poortje winkel
9.1 Werken met weerstandjes
Slide 10 - Slide
9.1 Werken met weerstandjes
Diode en LED
Een diode is een onderdeel dat de stroom maar in 1 richting doorlaat, de weerstand is dan heel klein.
Een LED is een diode dat licht uitstraalt en de stroom maar in 1 richting doorlaat.