Paragraaf 2.2 - Het leven in een Griekse stadstaat

2.2 Het leven in een Griekse stadstaat
Bladzijdes 32 t/m 34 tekstboek 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.2 Het leven in een Griekse stadstaat
Bladzijdes 32 t/m 34 tekstboek 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Vraag van de paragraaf
Hoe leefden de Grieken?

Slide 3 - Slide

Het oude Griekenland
Het Oude Griekenland was veel groter dan het huidige Griekenland.

Het land was geen geheel, maar bestond uit zelfstandige gebieden.

Slide 4 - Slide

Oude Griekenland
Rond 750 v.C. ontstonden in 
Griekenland steden.  
In de dalen rondom de stad 
verbouwden de Grieken voedsel.
Tussen de steden lagen water of bergen.
Iedere stad besliste zelf hoe hij bestuurd werd.
Ook besliste de stad zelf welke regels er golden.



Slide 5 - Slide

Polis
Een stad met het land eromheen noemen we Polis (stadstaat). Poleis = meervoud van polis --> 1 polis, 2 poleis 
Er waren er ongeveer 700.

Ons woord politiek komt van het begrip polis.
Politiek = alles wat te maken heeft met het besturen van een land of stad.

Slide 6 - Slide

Atheense democratie
In sommige Griekse stadstaten was een koning de baas.
In andere poleis hadden de rijken de macht.
Tot 508 v.C. was dat zo in Athene --> daarna democratie
Daarna bestuurde de gewone burgers de stad.
Zij namen besluiten in een volksvergadering.
Atheense democratie.
Het volk beslist.

Slide 7 - Slide

Ongelijkheid
Grote verschillen tussen arm en rijk.
1. vrije mannen met burgerrecht
2. vrije mannen zonder burgerrecht: werden vreemdelingen genoemd.
3. vrouwen: hadden bijna geen rechten, mochten niet meebesturen.
4. slaven: minste rechten, bezit van iemand anders --> heel normaal in die tijd 

burgerrecht: had je als je in Athene geboren was, man was en vrij was.

Slide 8 - Slide

Dagelijks leven
Veel Grieken leefden van de landbouw --> er werden graan, druiven en olijven verbouwd 
Weinig vruchtbare grond --> alleen in de bergdallen en rond de kust vruchtbare grond 

Hierdoor was handel erg belangrijk --> aardewerk, wijn en olijfolie werden verkocht en graan werd gekocht 

Slide 9 - Slide

Griekse samenleving
  • Mannen belangrijk → werken en nemen beslissingen in gezin en politiek.
  • Vrouwen → blijven thuis (rijke gezinnen), houden toezicht op slaven en op het huishoudgeld. Arme vrouwen werken wel.
  • Alleen jongens gaan naar school: rekenen, lezen en schrijven.
  • Meisjes worden door hun moeders thuis voorbereid op het huwelijk: mochten vanaf hun 14e trouwen.

Slide 10 - Slide

Vraag van de paragraaf
Hoe leefden de Grieken?

Slide 11 - Slide

Huiswerk 
Lezen paragraaf 2.2 Het leven in een Griekse stadstaat, tekstboek bladzijdes 32 t/m 34 
Maken van paragraaf 2.2 vraag 3 /m 10 

Slide 12 - Slide