3.2 Langs de Limes

Het Romeinse Rijk


2 Langs de Limes
1 / 25
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het Romeinse Rijk


2 Langs de Limes

Slide 1 - Slide


Romeinen in Nederland


  • De Romeinse tijd (58 v. Chr. - ±400 n. Chr) is een belangrijke periode voor ons gebied. 
  • Zo nemen de Romeinen ijzer mee, dat handig is als gereedschap, maar ook het schrift
  • Hiermee eindigt ook bij ons de prehistorie en begint de historie.

Slide 2 - Slide


Romanisering


  • Het contact tussen de mensen in deze streek en de Romeinen is intensief
  • Dat is ook niet zo vreemd: de Romeinen zijn hier ruim 400 jaar, en door handel en huwelijken worden gebruiken overgenomen.
  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 3 - Slide





Rijke en machtige mensen gaan zich steeds meer gedragen als Romeinen: ze kleden zich als Romeinen, spreken de taal en laten 'Romeinse' huizen bouwen. Dit is een Villa Urbana in West-Europa

Slide 4 - Slide


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 5 - Slide


Bataafse Opstand


  • In 69 n. Chr. komen de Bataven onder leiding van Julius Civilis in opstand tegen de Romeinen
  • Hoewel de Bataven in eerste instantie overwinningen (Trajectum werd door brand verwoest) behalen, worden ze uiteindelijk een jaar later verslagen.


De samenzwering van Julius Civilis, geschilderd door Rembrandt van Rijn

Slide 6 - Slide

Filmfragment:
De Bataafse opstand

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video


Romeinen in West-Europa


  • In alle landen die de Romeinen veroveren, bouwen ze Romeinse gebouwen, waarvan je er tegenwoordig nog steeds veel kunt bezoeken. 
  • Hierdoor zijn archeologen ook veel te weten gekomen van de Romeinse techniek.

Slide 9 - Slide

Pont du Gard (Frankrijk) is een Romeins aquaduct dat later is uitgebreid tot brug.

Slide 10 - Slide

De Zwarte Poort (Porta Nigra) in Trier (Duitsland) was de poort van de stadsmuur.

Slide 11 - Slide

De Arena van Nîmes (Frankrijk) is een amfitheater, gebouwd tussen 50 en 100 na Chr. en geïnspireerd op het Colosseum in Rome.
Het wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor concerten en stierengevechten.

Slide 12 - Slide

In dezelfde stad, Nîmes, is ook deze tempel te vinden. Het Maison Carrée, zoals het tegenwoordig heet, is een van de best bewaarde Romeinse tempels die men kan vinden op het grondgebied van het voormalige Romeinse Rijk.

Slide 13 - Slide

Op het smalste stuk van Groot-Brittannië liet keizer Hadrianus een muur van 117km lang bouwen als noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Stukken van de Muur van Hadrianus zijn nog steeds in het landschap te vinden.

Slide 14 - Slide

Boek
Lees in je boek de hele paragraaf 3.3 door en beantwoordt daarna de volgende vragen...

Slide 15 - Slide

Wanneer kwamen de Romeinen in onze streken?
A
158 v. Chr.
B
58 v. Chr.
C
58 n. Chr.
D
158 n. Chr.

Slide 16 - Quiz

Wanneer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
117 v. Chr.
B
17 v. Chr.
C
17 n. Chr.
D
117 n. Chr.

Slide 17 - Quiz

Een castra is groter dan een castellum
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

In een castra bevond zich een legioen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Nijmegen was een castellum
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

De limes was een natuurlijke grens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 22 - Quiz

Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven

Slide 23 - Quiz

Hoeveel soldaten zitten er ongeveer in een legioen?
A
60
B
600
C
6000
D
60000

Slide 24 - Quiz

Hoeveel soldaten zitten er ongeveer in een cohort?
A
60
B
600
C
6000
D
60000

Slide 25 - Quiz